Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4
(1729)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXXXIII. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 419]
| |
(uitgezondert 's avonds voor de Besnydenifse) worden met vreugdebedryf doorgebragt, 't welk niet eindigt zonder een roes gedronken te hebben: En dit geschied ter eere van 't Feest. De Besnyder woont deeze vreugdebedryvingen by. Op den avondt voor 't Feest is 't zeer stil. De Vaders en Moeders onthouden zich van 't gebruik van 't Huwelyk en bereiden zich tot de Ceremonie met hunne Kinderen. De Moeders brengen de nacht met haare Kinderen in de Lapa door: Deeze Lapa is een Hut die de Ouders der Kinderen bouwen en met zekere plechtigheden inwyen een Maandt voor de Besnydenisse. Het verbodt van Liefdehandeling strekt zich niet alleen dan over de Bloedverwanten der geenen uit die men besnyden moet: 't Zy Dochter of Moeder, 't zy Man of Jongeling, die in en by zich zelven overtuigt zyn de Liefdensvermaakelykheden te hebben gesmaakt, moeten zich van deeze Godsdienstige Ceremonie afweezig houden; want deeze Volkeren gelooven dat de ontheiliging deezer bezoetelde Pesoonen den besneedene de doodt veroorzaaken zou, en dat het bloedt van den Voorhuidt nooit zou konnen stempen. Een ander bygeloof is 't, in deeze gelegendheit, niets dat rood is te draagen. Op den dag van de Besnydenisse, gaan alle, die de plechtigheit bywoonen moeten, zich vroeg 's morgens wasschen, en zich naar de opgaande Zon wendende, speelende op hunne Trommels, en blazende op een soort van Hoorn, spreeken ze eenige woorden uit waar van men ons de zin niet zegt. De Besnyder doet mede een gebedt, 't welk opzicht op de Ceremonie van den dag heeft. De gansche Vergadering zich naar de Lapa begeeven hebbende, laaten zich 's morgens omtrent tien uuren de Trommels hooren; de Besnyder rondom zich een streng gaaren van wit kattoen, gordels gewyze hebbende, en een andere rondom den linker arm, om 'er zyn mes aan af te veegen, naadert deeze Kinderen. Alsdan neemt ieder Vader zyn Kindt op den arm, en zy doen alle gezamentlyk een soort van Processie rondom de Lapa, ingaande door de Westerdeur, en uitgaande door die, die zich ten Oosten strekt. Na de Processie doen zy noch een andere voor de Ossen tot Offerhande geschikt De Ossen moeten met de vier poten aan elkander gebonden leggen. Men laat de rechter hoorn van ieder Os met de linker handt van 't Kindt aanraaken, 't welk een ogenblik op den rug van deeze Ossen moet blyven zitten. Na deeze Processiën maakt de Besnyder de scheiding van den Voorhuidt van alle deeze Kinderen. De Oom of naaste Bloedverwant van ieder Kindt ontfangt de Voorhuidt en zwelgt die met een Eidoorn in. Deeze Bloedverwant is als de Gevader van 't Kindt. Men werpt de Voorhuidt van 't Kindt dat geen Bloedverwant heeft, ter aarde. De Besnydenis geëindigt zynde, deeze aan wien het staat de Slachtoffers den keel af te snyden, keelt voor ieder Kindt een Haan, en laat het Bloedt van dit Dier over het gesneeden deel afzypen, mengende in 't Bloedt het Sap van een soort van Klaverbladt. De Vrouwen die zich in Baarensnood gevoelen,Ga naar margenoot+ belyden aan eene Vriendin de zonden die zy geduurende haar zwangergaan begaan hebben. Onze Schryver zegt ons ook, dat ze in deezen staat de Maagdt Maria aanroepen, om door haar middel een gelukkige verlossiing te verwerven. Wat het bouwen van een Huis aangaat,Ga naar margenoot+ om het Hout tot de Timmering noodig te hakken, om het te dekken enz. moet men de dagen en uuren waarneemen. Het Huis volbouwt zynde, wacht men de Maan en een gelukkige dag af om 'er de In- of Toewying van te doen, die zy Missavatsi noemen. De Eigenaar van dit nieuwe Huis noodigt alle zyne Bloedverwanten en Vrienden om de Plechtigheit met hunne tegenwoordigheit te vereeren. Een ieder brengt Geschenken volgens zyne middelen. Men doet drie omwegen rondom het Huis en de Vergadering, die 'er na de Processie ingaat, wenscht den Eigenaar geluk. Dit word van een of zelf van veele Offerhanden van Ossen gevolgt, waar van het Vleesch aan de Vergadering word omgedeelt, en ter onthaaling dient. |
|