XVIII. Hoofdtstuk.
Van hunne Huwelyks-Plechtigheden.
Ga naar margenoot+ VOor dat men in 't Huwelyk treed, is men wederzyds verplicht de bewilliging van de naaste Bloedverwanten te verzoeken, of die ontbreekende, van goede Vrienden; vooral moet men de bewilliging vanbeide de Vaders hebben Dit niet voorafgaande, is de byeenkomst van beider Sexe verdacht; men verzeekert zelf dat hun gedrag in dat stuk zoo schromachtig is, dat de beschaafde Volkeren zich over hunne eige wyze van doen moeten schaamen. Wanneer een jonge Hottentot de oogen op een Dochter geworpen heeft, vergaderen de beide Vaders en Bloedtverwanten; de Jongeling onthaalt de vergadering met Dacha. Zoodra als de rook van deeze Tabak hunne denkbeelden begint vlug te doen worden, maaken beide de Vaders de voorstellingen van 't Huwelyk elkander bekent. Des Dochters Vader spreekt eerlang met haare Moeder in 't byzyn van de Vergadering, waarna hy zyne Dochter den jongen Kaffer toestaat of weigert. Na de weigering, scheid men aanstonds zonder andere omstandigheit: Maar zoo des Jongelings verzoek word aangenomen, zegt men hem: Zie daar, neem de Dochter, en voortaan is 't hem geoorloft zyne Verloofde aan te spreeken en zyne liefde haar te mogen verklaaren. Dit is dan enkelyk waarin de Verlovingen bestaan. Het besluit volgt eerlang: Maar zoo de Dochter de liefde van die haar aanzoekt, niet beantwoordt, word vereischt, dat hy de genegentheit van deeze wreede door een strydt overwint, die niet eindigt, dan nadat zy zich aan zyne begeerte heeft overgegeven: Van deeze Minnaars van Caffrarië is't, dat men waarlyk zeggen kan, dat zy met vuistslagen vryen.
Wat de voorbereidzelen van de Bruiloft aangaat, de toekomende Bruidegom doet aan de vergadering der Bloedverwanten een onthaal van twee of drie Ossen, volgens zyne middelen. Van het smeer deezer Ossen, bestryken zich de Gasten het lichaam, en over dit smeer 't welk hen voor tooizel verstrekt, stroojen ze overvloedig Buchu. De Vrouwen een weinig laatdunkender dan de Mannen, voegen by dit smeersel een blanketzel, 't welk in groote roode of roodachtige vlakken bestaat, die zy voor 't Voorhoofdt maaken; insgelyks op de Wangen en aan de Kin. Deeze Vergadering van Bloedverwanten en Vrienden, maakt twee kringen uit.Ga naar voetnoot(a) In de eene, die uit Vrouwen bestaat, ziet men de Bruidt een weinig van de andere Vrouwen gescheiden, en in de andere, die deeze der Mannen is, de Bruidegom eveneens afgezondert. Deeze van de Kraal, die het recht heeft de toekomende Echtgenooten te vereenigen, doet alsdan beurtsgewys en tot driemaal toe, over hen de besprenging waar van wy gesproken hebben, toen wy de manier van de Jongelingen in den rang der Mannen aan te neemen, beschreeven. Deeze besprenging word van een soort van Huwelyks-zegening gevolgt.
De Veelwyvery is by hen gemeen: ZyGa naar margenoot+ neemen zoo veel Vrouwen als hunne middelen vermogen:Ga naar voetnoot(b) Maar het Overspel word met de doodt gestraft, en zy straffenGa naar voetnoot(c) de Bloedschande even streng. Zy hebben het gebruk van Echtscheiding.