XVII. Hoofdtstuk.
Van hunne Gevoelens de Toveryen en de Wederopstanding aangaande.
Ga naar margenoot+ DEeze onbeschaafde Volkeren gelooven, gelyk hunne aangrenzelingen, dat men de levendigen betoveren kan, en de Dooden doen wederkomen. Alles wat hun verstant te boven gaat, word by hen Tovery genoemt; hoe natuurlyk de uitwerking zy die men hen wil doen begrypen; indien het iets nieuws en zeldzaam is, houden zy 't voor Duivelskonst, en zyn van dat gevoelen niet af te trekken. Maar, waarom de onheschaafdheit eens Volks dus uitgekreeten, zedert zoo veel Eeuwen van alle hulpe ontbloot die om te onderwyzen dienen kan, daar wy onder ons verscheiden voorbeelden een alzoo ongemeene onkunde en oneindelyk onverschoonbaarder voor onze oogen hebben?Ga naar voetnoot(b) Een Paerdt in behendige en gaauwe streeken geoeffent, die waarlyk weinig bekent waren, wierd door den Rechtbank der Inquisitie als Oppermogend-Rechter van 't Christen Geloof, gelyk een Toveraar ter doodt verweezen; het Nieuw Grieks Testament is als een Tover-Boek gehandelt geweest, en de Grieksche Letteren voor Toverletteren door deeze zelfde Rechters aangezien, die hnnne wetenschap tot de Grieksche Taal noch niet hadden uitgebreid. De Kaffers eigenen mede hunne ziektens de Toveryen toe, en bygevolg moeten deeze die hen voor Artsen dienen, zelf een soort van Toveraars zyn: Want de geneezing van de Ziekte bestaat alleen in een oeffening, waar door zy waanen de zieke te ontoveren. Maar eer men daar toe komt, arbeidt men tot de zuivering. Men maakt dan een aanvang met een vet Schaap te slachten, waar na men het Omentum of Net van 't Beest neemt: De Dokter onderzoekt het, bestrooit het met Buchu en hangt het vervolgens gansch warm om den hals van den zieke, zeggende tot hem deeze woorden: Gy zyt betovert; maar ik verklaare u dat gy
eerlang zult geneezen zyn; want de Tovery niet krachtig is. De Zieke moet deeze halssnoer draagen tot dat die met brokken afvalt: Maar zoo de Betovering den halssnoer weerstaat, gebruikt de ArtsGa naar voetnoot(c) ten besten hy kan, andere middelen van zyne konst, die bestaan, in 't geheim zekere kruiden te bereiden, die hy in afgelegene plaatsen gaat plukken.
Uit hunne Tovery en geloof 't welk zyGa naar margenoot+ hebben van Spooken en dat de Dooden weder verschynen, kan menGa naar voetnoot(d) besluiten, dat zy eenig denkbeeldt van de Onsterflykheit der Ziele, van een ander leven na dit, en van de Opstanding der Dooden moeten hebben. Het schynt waarlyk, dat men de wederkomst der Dooden niet zou konnen gelooven, zonder mede te gelooven dat de Zielen onsterflyk zyn. Wat een ander leven aangaat, zoo de Hottentotten het gelooven, is hun denkbeeld daar over zeer plomp, vermits iemandt van hun aan een Reiziger quam te vraagen,Ga naar voetnoot(e) of 'er ook Koejen, Ossen en Schaapen in 't Paradys waren. Wat de Opstanding aangaat, zodanig het Christendom ons leert, schynt 'er niet de minste blyk van in hunne redeneeringen. Eenige ongegronde woorden deezer Hottentotten door hun by geval verhaalt, of by de Christenen geleert, werkende op de inbeelding van den Reiziger, voldoen niet om de gevoelens van een woest Volk vast te stellen. Een zaak schynt aanmerkelyk, dat is, dat zoo men met opmerking de redeneering van 't meeste gedeelte der Afrikaansche Afgodendienaars en die van de Indiën enz. volgt, men bevinden zal,