XIII. Hoofdtstuk.
Van den Godsdienst der Guagas of Jagues.
Ga naar margenoot+ WY hebben maar ter loops van het Koningryk van Matamba iet gezegt: De Jagues zyn 'er de Bewooners van. Het Menschen-eeten van dit Volk is ongemeen. Niet alleen eeten de Jagues hunne Vyanden: Maar verkoopen ook opentlyk het Menschen-Vleesch. Wy zullen hunne Godsdienstige gewoonten op 't vertrouwen van een Engelsman en een ItaliaanGa naar voetnoot(a) berichten.
Ga naar margenoot+ Hunnen Afgod Quisango, word onder de gedaante van een Mensch ter hoogte van twaalf voeten verbeeld. Deeze Afgod is in een kleinen omtrek besloten, van Olifants-Tanden bepaalt, en op ieder Tandt ziet men het Bekkeneel van een Slaaf of Gevangene die aan Quisango geoffert is geweest: Maar dit is de eenigste Offerhande niet waar mede men hem eert. Men offert hem mede Bokken en Geiten, waar van men het bloedt voor zyne voeten uitstort. Men doet ook Wynplenging voor hem van Palmwyn.
Ga naar margenoot+ Het Opperhoofdt der Guagues, die den TytelGa naar voetnoot(b) van Groot-Guagua voert, is een soort van Toverpriester, en teffens Bevelhebber van 't Leger. Zyn Hoofdthair, 't welk hy zeer lang draagt, is met zekere by hen ongemeen geachte Schelpen versiert, die men Bamba noemt. Van andere min dierbaare Schelpen dient hy zich voor een Halssnoer. Tot een Gordel dient hem een Paternoster waar van de Kraalen Struiseieren zyn. Een Paternoster van deeze orde (indien die dus mag genoemt worden) kan genoegzaam gepaart gaan met deeze van GargantuaGa naar voetnoot(c), waar van de Kraalen zoo groot waren als de Bol van een Bonnet. Een klein Kleedtje afhangende van den middel des Priesters, bedekt ongetwyffelt 't geen men dekken moet. Wat zyn lichaam aangaat, het is met eenige figuuren van zodanig een Snywerk versiert, als wel te gelooven is. Voor 't overige, is de Opper-Priester met rood en wit beschildert, en dit alles is door middel van Menschen-Vet glimmende, waar mede men hem het lichaam besmeert. Een stukje Koper ter lengte van een vinger hangt hem aan de Neus; twee andere aan de Ooren. Hy is de Man van vyf en twintig of dertig Vrouwen, een van haar draagt zyn Boog en zyne Pylen, andere schenken hem om te drinken in en bieden hem de Kallabas aan. Als hy drinkt, valt men op de kniën, men klapt in de handen en zingt. Wy hebben vergeeten aan te merken, dat een diergelyk gebruik by de Floridanen geoeffent word.