Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4
(1729)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXII. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 385]
| |
de gewoonte van eenige Volkeren van Guinee. Dit zyn in 't algemeen de aanmerkingen des Schryvers die wy hebben aangehaalt.Ga naar voetnoot(a) Men verzekert ook dat zy edelmoediglyk een van hunne Vrouwen aan Vrienden of Vreemdelingen aanbieden die hen komen bezoeken. Ga naar margenoot+ Laat ons deeze Gewoontens een weinig breeder voorstellen.Ga naar voetnoot(b) Wanneer de Dochters zekere tekenen van huwbaarheit geeven, is men bezorgt haar het Hoofdt te scheeren, behalven boven 't Voorhoofdt, alwaar men haar een kleine kruin overlaat. Alsdan beginnen de Vryers ernstelyk aan haar te denken. Indien een Dochter haare Maagdom verliest voor dat ze van de ziekte der Sexe heeft blyken gegeeven, laat men haar met haaren Minnaar het Coïtus, of Mannen en Vrouwen spel, in de tegen woordigheit van den Koning en zyn Hof doen.Ga naar margenoot+ Een Vrouw is haaren Man ongemeen onderworpen, en indien men zich volgens de Berichten uiten mag, schynt het dat de allervryste der Vrouwen van een Zwart van Lovango of Congo, veel minder vry is dan onze Dienaressen zyn. Zelfs leeven de Vrouwen der Koningen van dit Gewest in deeze Slaverny: Belagchelyk is 't te leezen,Ga naar voetnoot(c) hoe zy arbeiden moeten om haar te geneeren. Deeze Vrouwen leeven gelyk als Geestelyken opgesloten, tot dat het den Koning behaagt van onder haar een keur te doen, om haar met zyne tegenwoordigheit te vereeren. Onder deeze groote meenigte van Vrouwen, zyn 'er waar over de Vorsten en gemeene persoonen jaloers zyn: Deeze laatste aangaande, wanneer zy de ongeregeldheit hunner Vrouwen gewaar worden, neemen ze hunnen toevlucht tot de Echtscheiding: Maar de eerste straffen de ontrouwen met de dood, en hunne jaloersheit gaat zoo ver, dat deeze van hunne Vrouwen, die zich Zwanger bevindt, altoos verplicht is van 't Sap van Imbando te drinken, om bewys van haare deugdzaamheit te geeven. Indien zy het ongeluk heeftGa naar voetnoot(d) het lot van veele onschuldigen te hebben, is 'er geene gunst te hoopen. Men verbrand haar, en de vermeende Vryer word levendig begraaven.Ga naar margenoot+ Dusdanig is dan het lot der Bywyven van deeze Opper-Heeren: Maar te Lovango geniet de Macunda een schoon voorrecht. 't Is een der oudste Matronen van 't Vrouwentimmer (waarschynelyk van den voorzaat des regeerende Vorst) die men verkiest om Bestierster van 't Koningryk te zyn, of zoo men wil, Onderzoekster der bedryven van den Opper-Heer te wezen. Deeze Macunda die de Tytel van 's Konings Moeder voert, magGa naar voetnoot(e) zoo veel Minnaars hebben als haar behaagt, en laat hen telkens toe, wanneer zy 't noodig oordeelt. Behalven dat regelt zy de Raden, en 't gedrag van den Vorst, en verleent den misdadigen genaade. De voornaamste Gemalin des Konings vanGa naar margenoot+ Congo voert den Tytel van Mevrouw der Vrouwen (Mani-Mombanda.) Men heft een zonderlinge schatting voor deeze Mevrouw. Op den eersten nacht van zyn Huwelyk met haar, zend de Koning om de Bedden van alle zyne Onderdanen te meeten en laat die by de span van een handt schatten. Deeze Koningin woont met haare Juffers in een vertrek van 't Koninglyk Paleis, die vryelyk de nachten buiten 't zelve doorbrengen, om zich met den Koning en met deezen te verlustigen die haar het best behaagen. Een gedrag van deeze natuur is verschuldigt aan de dartelheit van haare Meesteresse, die haare toegevendheit wil gewinnen. Alzoo wy weinig opmerking in 't ChristendomGa naar margenoot+ van Congo te maaken hebben, zulwy het verhaal hunner gebruiken in den staat van 't Huwelyk achtervolgen. 't Is wel waar dat zy trouwende den regel der Roomsch Catholyke Kerke volgen: Maar alles 't welk wy gezegt hebben en noch zeggen zullen, bewyst, dat zy 't geen hen door die Kerk bevolen is, geenzins opvolgen. Wanneer van drie Broeders eener Familie een sterft, verdeelen de twee anderen zyne Bywywen. Zoo een van deeze twee mede sterft, bezit de langst-levende haar als eigen goed, en na hem deeze die erfgenaam van den Huize is, schoon hy, zegt men, de eigen Zoon van den Overledene mogte zyn. Te Lovango dienen de Vrouwen denGa naar margenoot+ Mannen als by ons de Ossen. In de maandt Januari zyn alle de Vrouwen verplicht voor 's Konings Paleis te verschynen om zyne | |
[pagina 386]
| |
Landeryen te gaan bezaaien. De Mannen verzellen haar gewapent, niet om te arbeiden; maar hunne Vrouwen te bevelen, en haaren arbeid te bestieren. Voor 't overige brengen zy den tyd met zich te vermaaken door. 't Is een der bedurvenste Gewesten, alwaar de toegevendheit die wy voor de Sexe hebben, t'eenemaal onbekent is. Men moet bekennen dat deeze Vrouwen wel te beklaagen zyn, en mogelyk oordeelenGa naar voetnoot(a) zy niet op de zelve wyze als wy. Ga naar margenoot+ Dapper bericht ons dat wanneer de Dochters van Congo den last beginnen moede te worden die men Maagdom noemt, begeeven zy zich in een zekere duistere plaats, opgetooit en bekleed volgens 's Landts wyze, te weeten, met haar Vel wel besmeerd en vernist, veel rood in 't aangezicht, en ter plaatse van 't Lichaam die men niet gewoon is te dekken: Zy neemen omtrent een maandt in deeze donkere plaats haar verblyf, en bedryven 'er ongetwyfelt 't geen de Schryver niet zegt, en 't welk niet verboden is te denken. Hoe 't ook zy, zy verkiezen van de Jongelingen deeze die zy 't best in 't spel der liefde bevonden hebben, door de diensten en een zekere genoeg gewoone werkzaamheit, zoo lang als men de naam van getrouwde Man niet voert. Hier in verschillen de Zwarten zeer weinig met alle andere Mannen. Ga naar margenoot+ In Angola heeft de Vrouw geen omgang met haaren Man, tot dat het Kindt 't welk zy ter waereldt heeft gebragt, tanden begint te krygen. Een ander gebruik, word eveneens als dit, algemeen in alle de Barbaarsche Gewesten geoeffent, gelyk het noch by de Jooden de gewoonte is, te weeten, dat de Man en Vrouw afgescheiden leeven, zoo lang als de Vrouw haare stonden heeft. Zelf mag de Vrouw niets aanraaken van 't geen de Man eet, en in zyn Huis geen verblyf hebben, noch in zyn Bedt, zonder te melden van de merktekenen waar door zy verplicht is zich van deezen af te scheiden die in goeden staat zyn. Onder andere draagt zy een Band om 't Hoofdt geduurende den tydt dat haare Maandstonden duuren. Ga naar margenoot+ De Besnydenis word allerwegen geoeffent alwaar men geen Christen is. In Angola wanneer men de eerste tant van een Kindt gewaar word, tooit men 't ten besten men kan op. De Ouders en Vrienden draagen 't van Huis tot Huis zingende en danssende, om iet voor dit Kindt te verkrygen. In de Gewesten daar noch Afgodendienaars zyn, wanneer een Kindt gebooren word, roept men de Priester op dat hy het eenige byzondere verplichtingen oplegge, die men mogelyk aanzien moetGa naar voetnoot(b) als bewaarmiddelen tegen de toevallen waar aan des Menschen leven word bloot gestelt, of als geloften en plichten, waar door deeze Volkeren gelooven zich voor hunne Goden aangenaam en behagelyk te maaken. De Priester is tot dit geloof behulpzaam, zoo natuurlyk voor 't meeste gedeelte der Menschen, en zoo gunstig voor alle die het karakter van Bedienaren der Godheit hebben. Hy prevelt dan eenige woorden, 't welk niet als konststreeken zyn, en vervolgens legt hy de verplichtingen op, die hem in den zin komen. 't Welk hy dan besluit, gaat voor een Orakel besluit door. Laat ons nu tot de LykplechtighedenGa naar margenoot+ overgaan. Van alle de vooroordeelen deezer Volkeren, zegtGa naar voetnoot(c) de Schryver van de Bibliotheque Universelle, zyn 'er geen wier gevolgen beklagelyker zyn, dan deeze waar in zy zich in 't algemeen bevinden, dat 'er geen natuurlyke dood zy, en dat niemandt dan door betovering van een zyner Vyanden sterft. De Toveraar, zoo zy gelooven, wekt de Dooden op en voert die in zekere woeste plaatsen over, alwaar hy hen als Slaven laat arbeiden. Hy is bezorgd hen met Spyze die niet gezouten zy, te voeden; want indien de wederopgestaane van 't zout quam te proeven, zou hy de Moordenaar op 't allerstrengste vervolgen. Dit valsch gevoelen is oorzaak dat de dood van iemandt deeze van veele onschuldigen na zich sleept. Die van Lovango beginnen door Tovery en Betoveringen de navorsching van de dood.Ga naar voetnoot(d) De Betovering bestaat bovenal in 't drukken met al zyn vermogen op een mes in 't overstaan van den Ganga, en in zich de handen wel te wryven. Dusdanig drukkende en wryvende, zegt men: Een zodanige is gestorven, men heeft hem begraaven: Is hy betovert gestorven? of hebben hem zyne Mokisses het leven benomen? Indien men deeze ondervraaging doende, zyne handen geen meester is, is 't een onfeilbaar bewys dat hy betovert zy. Op deeze vraag gaat men over tot een andere, en de navorsching eindigt altoos door den Imbondo. Deeze Volkeren van Lovango verschillenGa naar margenoot+ | |
[pagina 387]
| |
veel de eene van de andere in hun gevoelen over den staat der Ziele na dit leven. Die van de Koninglyke Familie gelooven een soort van Zielverhuizing, en beelden zich in, dat de Zielen der Overledenen in het lichaam der geenen ingaan die in hunne Familie gebooren worden. Eenige gelooven de Ziel onsterflyk te zyn; veele anderen, (en men kan die voor 't grootste getal aanzien) gelooven, dat de Zielen der Overledenen Bescherm-Goden van hunne Familiën worden. Volgens dit gevoelen, bouwt men hen kleine Kapellen naby de plaats alwaar zy gewoont hebben en men gaat 'er hen aanbidden, men offert hen in den beginne van de Maaltydt van 't geen men eet een drinkt. Ga naar margenoot+ Chicocka, waar van wy reeds gesproken hebben, is bewaarder der Dooden; zyn houte Standtbeeldt word naby de Graven geplaatst. Hy weert krachtelyk dat de Toveraars hen niet vervoeren, noch slaan, noch tot den arbeidt dwingen, noch hen ter Jagt of Visschery zenden. Wie weet of de Bescherm-God het vertrouwen der Negers niet verdient heeft door een alzoo natuurlyke uitwerking als deezeGa naar voetnoot(a) die Horatius aan zynen Priaap van Vygeboomen hout verwyt? Mogelyk zou ons Europe heden noch de gelykwaardigheit van diergelyke wonderwerken verschaffen. Ga naar margenoot+ Deeze Volkeren begraaven hunne Dooden gansch gekleed. De armen verzoeken den ryksten de onkosten der Begravingen te verzorgen. 't Is verboden over den doodt van den Koning van Congo te weenen, alhoewel men echter deeze doodt door 't gansche Landt op 't geluidt van een soort van hoorn verkondigt. Voor 't overige geschied het begraaven van den Vorst op de wyze der Roomsch Katholyken: Maar de Volkeren die geenzins Roomsch zyn, of die 't alleen uitwendig zyn, volgen altoos de gebruiken hunner Voorvaderen. Zy begraaven met den Doode een gedeelte zyner goederen, geschenken en koopmanschappen; een gebruik zoo algemeen in de aloude en hedendaagsche Afgodery, zulks het onnoodig zy om 'er alhier voorbeelden van by te brengen. Op het afsterven van een groot Heer gaan zyne Vrienden, zyne Afhangelingen en Slaven des Volks buitenspoorigheit verre te boven. Behalven de geschenken en koopmanschappen, geeft men hem ook Dienaren om hem te dienen, Vrouwen om zich met haar te verlustigen, en deeze, 't zy gedwongen om hem in de andere Waereldt te volgen, of vooringenomen door hunne Priesters, twisten om de eer van met den Overledene levendig begraaven te worden. Ga naar voetnoot(b) Lovango heeft gebruiken ten minstenGa naar margenoot+ alzoo ongemeen. Het weenen en weeklagen gaan altoos de Lykplechtigheden voor. Men brengt den Doode buiten 's Huis, men danst rondom het Lyk, en al danssende balkt en huilt men. Het huilen word met vraagen vermengt die men ernstelyk den Overledene doet, om van hem te weeten of hy door gebrek van niet genoeg gegeeten en gedronken te hebben, verhuist is enz. Maar de Overledene antwoordt niets, en men onderstelt altoos, dat hem iet ontbroken heeft. Het Lykgeklag en de vraagen duuren eenige uuren, waar na men begint alles 't welk de Doode moet met zich voeren, te verzamelen, en wanneer men al deezen toestel gereed heeft, neemt men de Doode en zyne goederen met schielykheit, als of men de vlucht nam, weg. Een gedeelte van deeze goederen word bestemt om begraaven te worden, en 't andere op staaken rondom het graf ten toon gestelt: Maar om de begeerte van den geenen voor te komen die zoude willen steelen, snyt men, en scheurt men alles 't welk dus ten toon is gestelt. Des avonds begint men weder te weenen, en men vervolgt met deeze manier de rouwklagten alle avonden geduurende zes weeken. Te meer men in staat is verheven, te meer 'er omslag in deezen rouw is. Het weenen over hen is te luidruchtiger, en den stoet talryker, want men vergadert zich uit veele Gehuchten. De Toveryen en Betoveringen zyn met alle mogelyk zorg om een Groote te redden, gebruikt geweest. Dat belet niet dat het Volk ook zyn best doet, hoopende zyne jaaren te verlengen: Maar men voegt zich daar, als by ons, naar den luister van de grootheit, nademaal die het middel van vergelding bezit. Men kan dan niet twyffelen dat de Toveraars als dan de schoonste geheimen van hunne konst, den geenen mededeelen die men door hunnen rang hoogachten moet. Men vergadert rondom het Lyk, 't welkGa naar margenoot+ gelegen of gezeten is. In dit laatste geval word het door iemandt van de Vergadering ondersteunt: Maar somtyds zet men 't een stuk houts onder ieder arm. Men scheert | |
[pagina 388]
| |
het, snyd het de nagels af, wascht, zalft en beschildert het rood. Zyne naaste Vrienden zyn alle naast het Lyk gezeten, te weeten de Mannen, want de Vrouwen, altoos lichtelyk te beweegen, en gereed om te weenen, mogten door haare ontroering en vervoering de droef heit van de Vergadering verwekken. Zy danssen dan, of liever, zy loopen rechts en lings als of zy bezeten waren: Maar in de tusschenvallen van den drift, zingen ze den lof des Overledenen, verhaalen zyne daaden, en breiden zyn Geslachtlyst uit. Dit verstrekt voor zyne Lykrede. Eindelyk begraaft men hem met een gedeelte van zyn Vaderlyk Erfgoedt en 't geen zyne Bloedverwanten en Vrienden voor zyne Huishouding in de andere Waereldt hebben bygebragt. De gewoone plaats van 't Graf deezer Negers voert den naam van Kienga. Men ziet op het Graf van een ieder, zyn Boog, Pylen, houte Schotel, Drinkschaal, of liever Kalabas waar uit hy dronk, Tabak, Pypen enz. Ga naar margenoot+ De zelfde Plechtigheit word voor den Koning voltrokken: Maar met meerder grootsheit. Men versiert het Lyk van den Overledene met de gewoone sieraden die met de waardigheit deezer Zwarte Vorsten overeenkomen. Hy is op een Stoel in een byzondere Kelder gezeten, alwaar men rondom hem de Afbeeldzels van hout en aarde van den geenen ziet die hem geduurendeGa naar margenoot+ zyn leven gedient hebben. Voor hem ziet men ook eenige Keuken-Gereedschappen, die ter Tafel van zyne Majesteit dienden, insgelyks Linnen, Kleederen enz. Men snyd eenige Slaven hem ten dienst de keel af, en begraaft die nevens hem, of in een afgescheiden Kelder, op dat zy met hunnen Vorst in de andere waereldt weder herleeven; want dit is het denkbeeldt 't welk zy van de Opstanding hebben. Eertyds begroef men twaalf jonge Dochters met den Koning van Congo gansch levendig. Deeze Dochters boden zich gewillig ten dienst van den Monarch aan. Zy streeden hevig om de eer van dit voorrecht te mogen genieten. Een ieder wilde de eerste zyn om den voortogt haarer Gezellinnen te winnen. Zy sierden zich ten besten zy konden voor deeze plechtelyke Treurstatie op, en haare Bloedverwanten verzorgden haar van een goeden voorraadt van Kleederen en van alles 't welk men geloofde in de andere Waereldt noodig te zyn. Men verzeekert dat deeze gewoonte tegenwoordig afgeschaft is, als strydig met het Christendom, en dat nu een gedeelte der Lykplichten alleen bestaat in agt dagen lang op het Graf van den Vorst te eeten en te drinken. Zy vermengen met deeze Maaltyden hunne traanen en hun leetwezen, waar aan men de rechte naam van Ceremonie geeven kan. In Angola volgt men byna de zelfde LykgebruikelykhedenGa naar margenoot+ als in Lovango en Congo. Men wascht het Lyk, men beschildert, en scheert het, wind het in een soort van Zweetdoek en men zet het vervolgens op een kleine aarde Stoel. De Doode is ten beste men kan, opgetooit. Men slacht Beesten en sprengt 'er het Bloedt van t'zyner eere. In 't Koningryk Matamba bestrykt men de Lyken met Harst. Na die dus gebalzemt, of liever beteert te hebben, zet men 't in een diep Graf, alwaar het door Slaven bewaart word, tot dat het tot Stof verteert zy. Deeze voorzorg, zegt men, word genomen tegen de Bewooners van 't Gewest zelf, die de Lyken die zy van hunne Landsgenooten vinden, aan stukken snyden, om de Ledemaaten mede te neemen, en die als Reliquiën te bewaaren, waar aan de achting voor den Overledene min of meer waarde en verdienste geeft. Wat de Rouw aangaat, de Bloedverwanten en Slaven scheeren zich het hoofdt, smeeren het aangezicht met Oly, en eenige Poejers die als een Lym verstrekken voor de Vederen waar mede zy zich bedekken. Op het hooren van 't geschrei en huilebalken 't welk zy aanrechten, zou men gelooven dat de smert en droefheit hen de reden heeft doen verliezen: Maar zoo men deeze gelooven magGa naar voetnoot(a) die dit gebruik bericht, storten ze geen eenigen traan. Wy zullen dit Hoofdtstuk door een genoegGa naar margenoot+ vermaakelyk gevoelen der Weduwen van Congo eindigen. Zy beelden zich in, dat de Zielen van haare Mannen zouden konnen weder komen in de Lichaamen die ze geduurende haar leven hadden bezielt, indien zy geen voorzorg namen van haar af te weeren: Overzulks dit de arme Weduwen hinderen zoude een tweede Man te trouwen. Om dit toeval voor te komen, vervoegen zy zich by een van haare Priesters, die haar eenige maalen in een stromend Water dompelen, waar na de wederkomst van den Overledene niet meer te duchten is, en zy onbeschroomt een tweede Huwelyk konnen aangaan. |
|