Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4
(1729)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijVIII. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 284]
| |
doorgronden, om te beter zich naar de begeerten van deeze levendige Godheit te schikken en de zelve vergenoegen. Op de navolging van den Monarch, doen de Onder-Koningen, en Cynsbaare Prinsen, hunne Oppermogendheit in alles 't geen van hun vermogen afhangt, gevoelen. Zy gelyken naar de Beeken, die naar de snel lopende groote Revieren vloeien en overstroomen. De Keizer is zoo Staatkundig van hen in de moeielykste onderneemingen en groote kosten in te wikkelen. Zelf zyn ze veel min gelukkig dan het Volk, dat aan den Vorst onbekent isGa naar voetnoot(a), en van hem veracht, want zy gedwongen zyn tot byna onverdraaglyke onderwerpingen, en altoos aan de eigenzinnigheit van hun Meester te worden blootgestelt: En indien hun misdryf door de doodt gestraft word,Ga naar voetnoot(b) word vereischt, dat alle die hen in Maagschap bestaan, hoe verre zulks ook zyn mogt, de zelfde straf ondergaan, en met hem op den zelven tydt uitgerooit worden. Ga naar margenoot+ Een der zaaken, waar door deeze groote Heeren trachten hunnen Vorst te behaagen, is de schoonheit der Gebouwen; die ook zoo prachtig als t mogelyk is, zyn. Men zegt dat de Slaaven van deeze groote Heeren zich levendig onder de Fondamenten van 't Gebouw laaten begraaven. De Japaneezen zyn zoo dwaas te gelooven, dat de Muuren, op Menschelyke Lichaamen gebouwt, altoos van ongelukkige toevallen bevryt zyn. Wanneer het Gebouw voltrokken is, onthaalt men 'er de volstrekste Meester, enGa naar voetnoot(c) de toebereidzelen van 't onthaal worden drie jaaren vooraf bereid. Een Poort veel deftiger en meer dan de gemeene van 't Gebouw versiert, is voor den Monarch bestemt. Hier door is 't dat hy in- en uitgaat: Waar na men die toesluit. Ongeoorloft is 't door een Deur te gaan die de eer heeft gehad de doorgang te verleenen aan een zoo Oppermachtig Wezen, boven andere Menschen gestelt. Het ontbreekt deezen hoogmoedigen Monarch niet dan te konnen verbieden dat zyne Onderdanen gelyk hy, gebooren worden en sterven. De genade gunsten van den Monarch worden in Japan met meer betuiging van genoegen, en met grooter overdaadt geëert, dan in Europe de merkwaardigste en uitmuntenste overwinningen: En niet te min zyn deeze gunsten zoo onzeker en bedriegelyk,Ga naar voetnoot(d) dat het gemeenlyk gebeurt van 'er zich Slaaf te zien van deezen van wien men de Meester is geweest. In den aanvang van 't jaar, doen alle deGa naar margenoot+ Waereldlyke en Geestelyke Prinsen, te weeten, de Opperhoofden der Bonzes, en met een woordt gezegt, alle de Geestelyke Ordens, een nieuwe huldiging den Keizer, en vernieuwen den Eedt van getrouwigheit. Deeze Eedt verzeekert de gerustheit van den Monarch noch niet.Ga naar voetnoot(e) Hy houd by de Cynsbaare Koningen een Vertrouweling, onder voorwendzel van hun behulpzaam te zyn. Deeze Persoonen zyn onder den Eedt, gelyk alle die den Staat dienen, en zelf in de geringste Ampten. In den gestelden regel van den Eedt,Ga naar voetnoot(f)Ga naar margenoot+ neemen zy de groote Goden der Hemelen tot getuigen en alle die van de 66. Provinciën van 't Ryk, gelyk de Goden van Idzu enz. Fatzman, Ten-Sin. Deeze Goden, om 'er door de uitdrukking van den regel van te oordeelen, hebben het zelfde gezag by de Japaneezen, als Nemesis en Até by de aloude Grieken. Zy bidden dat de wraak deezer Goden, en die van den waereldlyken arm op den geenen valle die den Eedt doet, en op zyn Huisgezin enz. indien het hem gebeurt van myneedig te zyn. Deeze die zweert, teekent met zyn bloedt 't geen hy gezworen heeft, en zoo men ontdekt dat het valsch gezwooren zy, straft men hem, zonder genaade te verleenen, met de doodt. Het is billyk, zeggen de Japaneezen, het Bloedt te vergieten 't welk gedient heeft een plechtiglyken Eedt te bevestigen. |
|