Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4
(1729)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXVIII. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 84]
| |
vergift de Geesten in beweeging houd. Gelooflyk is 't, dat zoo deeze Volkeren minder slaafachtig waren, zy moediger konden zyn; nademaal het waar is dat de tyranny uit de ziel alle begeerte tot eer uitwischt, en dat een redelyke vryheit de tegenyver onderhoud. Men ziet zeer zelden by de oude Oostindianen deeze schoone voorbeelden van moed en deugdt, die ons zoo levendig in de Historie der Grieken en Romeinen word voor gestelt, toen ze noch vry waren. La Loubere merkt zeer wel aan, dat het gevoelen van de Zielverwisseling mede het vermoogen heeft de Krygsdrift te verflaauwen. De vrees van eenige hunner Voorouderen of Vrienden te dooden kan niet dan een af keer van 't bloedt indrukken: Deeze vrees arbeidt natuurlyk om het te spaaren. Gevolgelyk is 'er een onmenschelykheit in 't verdelgen der Menschen begreepen. Het is natuurlyker dit gevolg uit het Indiaansch Heidendom te trekken, dan uit het Christendom, waar aan men eertyds verweet, dat het de lafhartigheit inboezemde. ‘De Siammers en Peguanen, zegt La Loubere, denken niet dan om Slaaven te maaken. Indien de Peguanen ter eener zyde een inval in Siam doen, zullen de Siammers op een andere plaats in Pegu dringen, en beide de Partyen de Dorpelingen t'eenemaal gevankelyk wegvoeren. Indien de Legers elkander aantreffen, zullen ze niet recht op elkander aanschieten, maar over hun hooft.... Slaa niet doodt is het bevel 't welk de Koning van Siam aan zyne Krygsbenden geeft, wanneer hy die te Velde zend, 't welk echter niet zeggen wil dat men t'eenemaal niet doodslaan zal: Maar dat men niet recht op den Vyandt zal aantrekken....’ Wy wyzen de Lezer naar den Schryver zelf aangaande het overige 't welk over deeze stoffe te zeggen valt. |
|