XVIII. Hoofdtstuk.
Van de Congregatie over 't bouwen der Kerken.
Ga naar margenoot+ Paus Clemens de VIII. was 't die deeze Congregatie instelde, overzulks byzonderlyk zorg gedraagen wierd voor den opbouw van St. Pieters Kerke aan 't Vatikaan gevoegt, die door dit middel het grootste, prachtigste en 't rykste gebouw van 't gansche Christenryk geworden is; en schoon deeze Congregatie niet qualyk in de bouwing der andere Kerken binnen Rome is bedacht geweest, die in groot getal en zeer schoon zyn, zoo is zy nu noch mede bezig met het verbeteren en versieren van die van St. Pieter; 't welk veroorzaakt dat deeze Vergadering nu niet dan de naam van deeze Kerk voert.
Ga naar margenoot+ Agt Kardinalen en vier afgezondene Prelaten zyn 'er om 't geen deeze Bouwing betreft te bestieren. Zy hebben tot Bygevoegden de Auditeur en Schatbewaarder van de Apostolische Kamer, een Auditeur de Rota, een Huishouder, en Fiskaal, een Geheimschryver en eenige Pleitbezorgers. Alle vergaderenze tweemaal ter Maandt by den oudsten Kardinaal hunner Congregatie, 't zy des Maandags of Zaturdags, wanneer deeze dagen het naast aan den aanvang van de Maandt zyn, en in 't midden van ieder Maandt.
Ga naar margenoot+ De Kamer geeft mede acht door beroeping van de verschillen, die over 't onderwerp van de Bouwing van St. Pieter ontstaan, 't zy over de Kooplieden der Geleeverde stoffen, en Werkbazen, of andere persoonen, als ook over ontrouw, knevelary en dievery, die onder de bestierders mogte worden begaan, hebbende ten dien einde een Rechter ter eerster instantie. Maar het voornaamste Voorrecht deezer Gevolmachtigden is, hun vermogen van den wil der Testamentmakers te veranderen, die eenige erfmaking besproken hebben om in Godtvruchtige Werken gebruikt te worden, en deeze die aan onbekende, vluchtige, gebannene of overledene persoonen gemaakt zyn, en in 't algemeen die eenige tegenstrydigheit behelzen, en volgens de wegmaking van den Testateur niet konnen uitgevoert worden, want alsdan eigenen de zelfde Gevolmachtigden, die ten voordeelen van St. Pieters Kerke toe; en zoo de Erfgenamen, of Legatarissen het middel vinden den wil van 't Testament werkstelling te maaken, houdenze voor de zelfde bouwing de inkomsten, die sedert de doodt van den Testateur verscheenen zyn, tot op den dag van 't Dekreet, 't welk in hunne Congregatie vervaerdigt word.
Veele persoonen zyn 'er die voor de boetoeffeningGa naar margenoot+ hunner zonden verweezen door hunne Biechtvaders zyn, om aan verscheiden zeer zwaare Werken te arbeiden, die in de vereischte bouwing gebruikt worden; als onder anderen het stampen van keisteenen en stoffen die dienen om 'er cement van te maaken; zelfs zyn 'er groote Heeren en Persoonen van aanzien, die arbeiden om 't marmer te polysten, en zulks dagelyks een zeeker getal van uuren, en dus voeren ze wel haast uit, 't geen men belast heeft: zy ontfangen dan hunne ontslaging op 't eindigen van den bepaalden tydt, die hun is voorgeschreeven. Deezen arbeidt is een soort van kastyding, die deeze der Galeislaven naby komt..... en die duurt zoo lang als de misdaadt heeft verdient; met dit onderscheid nochtans, dat men niet op de Galeien bant... dat die van eenigen misdaadt door de Gerechtelyke bewyzen overtuigt worden, en die, die door de Kerkelyken, waar van wy gemeld hebben, gedoemt zynde, geoordeelt worden de straffe en arbeidt, die men hen doet lyden niet te hebben verdient, dan doordien zy een gewillige belydenis van eenige zonden in de Vierschaar van Boetoeffening aan hunnen Biechtvader hebben gedaan, om 'er Sakramentele Ontslaging van t'ontfangen.
Wy zullen dan hier deeze beschryving der Plechtigheden van de Roomsche Katholyke Kerke eindigen, en van alles 't geen haare Kerkvoogdy betreft.