Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXXXIV. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 85]
| |
ongemeen word versterkt. Men doet dan onrecht van het te verwerpen als een zaak in de zesde eeuw in gebruik gebragt, en door Paus Felix den IV. omtrent den jaare 528. uitgevonden, gelyk een Protestants SchryverGa naar voetnoot(a) aanhaalt, die meent dat de Zalving van de eerste Kerke gegrondt was op het vermogen van de Zieken te geneezen, aan de Apostelen en hunne Discipelen verleent. ‘De gave van geneezing komende op te houden, nevens de andere mirakelen, zegt hy, wilden eenige Ketters het gebruik deezer Zalving doen staaken, alhoewel dat die geen meer uitwerking had, en tot een ander oogmerk gebruikt wierd; want omtrent den jaare 180. zalfden de Valentinianen hunne kranken op den oever van de Doodt met Olie, en voegden 'er zekere gebeden by enz. De hoedanigheit van 't Sakrament des laatsten Olysels bestaat in deeze woorden: ‘Ga naar voetnoot(b) Dat Godt door deeze Heilige Zalving en door zyne volstrekte barmhartigheit u alle de misdaaden vergeeft die gy begaan hebt.’ De Priester herhaalt deeze voorgeschreeven regelen, zalvende de behoorelyke lichaamsdeelen, nadat hy zich gedient heeft van de gelegenheit of van 't werktuig tegen de zonden, en om zich met de woorden van 't gewoonte Boek uit te drukken, waar van dit Sakrament het overige zuivert, te weeten, de zonden waarvan men niet zorgvuldig genoeg boete heeft gedaan. Het vervult dan de gebrekkelykheden der verleedene boetoeffeningen. Ga naar margenoot+ De Priester is 't alleen die dit Sakrament bedient. Men deelt het niet uit, dan aan persoonen door doodelyke ziektens aangetast, en aan den geenen die van een uitgeleefden ouderdom zyn; byaldien by dien hoogen ouderdom tekenen van een uitneemende zwakheit verzelt gaan, die gemeenlyk een gevaarlyke ziekte te kennen geeven: maar men deelt het laatste Olysel den misdadigers niet uit, die men ter doodt geleidt, en men geeft 'er deeze reden van: dat de misdadiger door ziekte in geen staat van te sterven is, of door andere zwakheden de doodt onderhevig. Wy hadden wel eenige andere Aanmerkingen over het onderwerp van dit Sakrament te maaken: maar zy komen niet dan met de Gewoonte Boeken overeen, en met den geenen die de zelve verplicht zyn te leezen. Wy hebben niet dan twee aanmerkingen, dat is, dat men het laatste Olysel den Onboetvaerdigen wygert, en dat men de Zalving staaken moet, indien de Zieke zieltogende word, voor dat men alles heeft volbragt. De Zalvingen moeten geschieden aan deGa naar margenoot+ oogen, ooren, neusgaten, aan den mondt, aan handen en voeten en aan de lendenen. Deeze laatste Zalving is niet dan voor de mannen. De Zalving der handen word den Leeken van binnen gedaan, en den Priesteren van buiten,Ga naar voetnoot(c) nademaal hunne handen reeds door de Inzegening van binnen gewyt zyn. De Zalving der voeten moet aan de voetzoolen geschieden; indien de Zieke van eenige ledemaaten berooft is die de Zalving noodig hebben, moet zulks aan de naaste deelen, die ontbeeren, geschieden. Dit isGa naar margenoot+ 't geen deeze Ceremonie in 't algemeen betreft; zie hier nu de beschryving van dezelve in 't byzonder. De Kerspelpriester moet zeven balletjes van kattoen of andere diergelyke Stoffe maaken om de Deelen des lichaams af te wisschen, die met den heiligen Oly zullen gezalft worden, ook moet hy zich van broodtkruimen verzien om 'er zyne vingers mede te wryven, insgelyks van water om ze te wassen, een handdoek om ze te droogen, en een waschkaers om geduurende de Plechtigheit gelicht te worden. Voor dat hy by den Zieken komt, moet hy zich heiligen door het gebedt; vervolgens wast hy zyne handen, bekleedt zich met zyn Koorkleedt en de violette Stool, neemt dan het potje met den Heiligen Oly door een violette Sluier gedekt, of gestoken in een zak van de zelve verwe, en draagt het zodanig dat de Oly niet storten kan. Indien hy verre te gaan heeft, zal 't genoeg zyn dat hy het Koorkleedt met de Stool ten huize van den zieke aanschiedt, en alsdan draagt hy het potje met den Oly in een beurs aan zynen hals gehangen, eveneens als of hy het laatste Kerkrecht den zieke bragt. Een Klerk moet den Kerspelpriester verzellen, en het Kruis zonder Stok draagen, nevens het Wywaters vat, de Wyquast en 't Kerkgewoonte Boek. Zy gaan zonder dat men de schel hoort, langs den weg: maar de Kerspelpriester moet met een zachte stem eenige Psalmen voor den zieke opzeggen. In de kamer van den Zieke gekomen, zegt hy volgens gewoonte:Ga naar voetnoot(d) De Vrede zy in deezen huize enz. nadat hy zyn bonnet heeft afgezet, en de bus met den Heilligen Oly op de tafel geplaast, laat hy | |
[pagina 86]
| |
den Zieke het Kruis kussen, neemt vervolgens de Wyquast, besprengt de zieke met Wywater, insgelyks de kamer en de omstanders kruisgewys, zeggende de Antienne, Asperges me &c. Hy doet een vermaning over de heiligschending begaan, indien men de Zalving ontfing, zonder te vooren een bereidt Gewisse te hebben verzorgt: maar zoo de Zieke de spraak en kennisse verlooren heeft, vermaant hem de Kerspelpriester ten beste als mogelyk is. Indien hy in den zieken eenig teken van een waar berouw over zyne zonden bespeurt, zal hem de Kerspelpriester de Absolutie verkondigen, die door een vermaning gevolgt word, en deeze vermaning door een gebedtGa naar voetnoot(a) 't welk zielroerend voor de Toehoorderen is. Hier na moet de zieke het Confiteor opzeggen, of indien hy niet kan, zegt het de Klerk voor hem: de Priester voegt 'er voor den ziekeGa naar voetnoot(b) Misereatur tui &c. by. Voor dat nu de Zalving begonnen word, knielen alle de Omstanders, en zeggen voor den ziekeGa naar voetnoot(c) de Boet-Psalmen en Litaniën op. Ga naar margenoot+ Om de Zalving te doenGa naar voetnoot(d), doopt de Priester de duim van de rechter handt in den Oly der kranken, doet deeze Zalvingen kruisgewys en spreekt de woorden uit, overeenkomende met de Zalving van ieder deel; de Klerk licht hem met een gezegende waschkaers, en houd een bekken of schotel op, waarin de kattoen balletjes leggen: de Priester begint de Zalving aan het rechter oog, deGa naar voetnoot(e) oogleden gesloten zynde; daarna zalft hy het linker oog, en zegt, nadat de Zalving der oogen volbragt is: dat Godt door deeze heilige Zalving en door zyne volstrekte barmhartigheit u de zonde vergeeve die gy door uw gedrag begaan hebt. Indien de Priester verzelt is door een Kerkelyk Persoon in een Gewyde Orde zynde, mag hy de gezalfde lichaamsdeelen afwisschen: by aldien de Priester dit zelf niet doet. Van de Zalving der oogen gaat hy tot die der ooren over, volgens het gewoone gebruik; en van de ooren tot de neusgaten, om 'er de Zalving te doen: maar niet op het einde van den neus. Vervolgens daalt hy nederwaart tot aan den mondt, en zalft de lippen, de mondt gesloten houdende. Alsdan zalft hy de handen gelyk reeds is gezegt, gaande van daar over tot de voetzoolen, en vervolgens weder opwaarts tot de lendenen; maar dit geschied alleen aan de mannen, doch niet dan dat men de Zieke gemakkelyk handelen kan, en zonder gevaar keeren en wenden. De Zalving volbragt zynde, wryft de Priester de vingers die de oly der kranken aangeraakt hebben met de broodtkruimen, waarna hy zyne handen wast. Deeze gebezigde broodtkruimen en 't water waarmede de Priester zyne handen gewassen heeft, moeten in 't vuur geworpen worden, en de kattoene balletjes die in de Zalving gebruikt zyn, worden naar de Kerk om 'er verbrandt te worden, en de asse in de Sakristy gebragt. De Zalving volbragt zynde, herhaalt deGa naar margenoot+ Priester weder de gebeden die van een vermaning aan den Zieke gevolgt word. Na deeze vermaanende aanspraak vertrekt de Priester, laatende den kranke een Kruis om zich door het aanschouwen van den stervenden Jesus te troosten. Men zou zich niet weinig belemmert vinden de noodzaakelykheit van eenige Godtvruchtige werktuigen voor de gemeene Christen zielen te erkennen, indien het geoorloft is zich dus uit te drukken. Daar zyn menschen die niet aan 't Geestelyke denken dan door stoffelyke voorwerpen, en 't is zelfs veel, indien zy 'er met vrucht door middel van diergelyke voorwerpen aan denken: men moet zich niet inbeelden eenvoudigen en onkundigen zodanig te winnen als men de Geleerden en Philosofen overtuigt. De Christenen die niet dan Geestelyk van den Godtsdienst spreeken, maaken zy een grooter getal van 's Heeren uitverkoornen uit, dan deeze, die de zielen in Jesus Christus door voorwerpen op eene tastelyke wyze trachten te winnen? Een middelweg zou zeer noodig zyn. Deeze die willen dat het onkundig Volk vooral van die uitwendige hulpmiddelen berooft zy, die den gemeenen man tot Godt voert, duchten zeer, dat deeze zielen de betrachting der Geestelyke zaaken ongewoon, en deeze die overdeftig van die uitwendige hulpmiddelen weeten te spreeken, maaken huichelaars of schynheiligen. Verwonderenswaerdig is 't dat St. Karel Boromeus zich aan den oever van de Doodt ziende, tot den laatsten oogenblik een Tafreel van Jesus Christus Zieltogende in den Hof van Getzemané heeft willen aanschouwen. Een Heilige van deeze orde moet die zich zoo zeer in den rang der gemeene Christenen | |
[pagina 87]
| |
stellen, en zal men 't konnen gelooven, dat de stervende Heilig zonder een zodanig hulpmiddel zyn hart tot Godt niet zou konnen opheffen? |
|