Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXXI. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 285]
| |
met buigingGa naar voetnoot(a) des hoofdts: maar de andere persoonen van de Vergadering knielen om van zyne Heiligheit den Zegen te ontfangen, waarin hy voorbygaande nooit nalaatig is. De Paus alsdan plaats genomen hebbende, komen de Kardinalen hem hunne onderdanigheit bewyzen. Zy staan van hunne stoelen op en gaan met slepende Koorklederen eerst het Autaar groeten, 't welk de Troon van Jesus Christus is; vervolgens groeten zy zynen Stedehouder, en kussen hem de handt. Twee schreeden te rug treedende, doen zy wederom een groeting voor 't zichtbaar Hoofdt der Kerke. Vervolgens groeten zy hunne Amptgenoten, als ook de Afgezanten en Prinsen. Weder op hunne plaats gekomen, blyven ze met ongedekten hoofde staan, tot dat de andere Kardinalen de zelfde plechtigheden hebben afgelegt: maar, als de gemeene Prelaten beurtsgewyze hunne onderdanigheit bewyzen, gaan de Kardinalen zitten en dekken zich. Deeze Prelaten, 't welk Aartsbisschoppen, en Noodhelpende Bisschoppen, insgelyks Biechtvaders van zyne Heiligheit zyn enz. gaan alleen hunne onderdanigheit bewyzen wanneer de Paus den dienst doet. De Aartsbisschoppen en Noodhelpende Bisschoppen kussen zyne Heiligheits knië, en de Biechtvaders den voet. Dit nu zyn eenige deelen der Plechtgebruiken van 't Apostolisch Hof: maar de aller plechtelykste bestaan in de Godtsdienstigheden van 't zelve. Wy vinden noodig hier van een korte beschryving te doen, voor dat we verscheiden andere byzonderheden van 's Pausen plechtelyke Mis voorstellen. Wy zullen hier nu uitschryven 't geen 'er Aimon van in zyn Tafereel van 't Roomsche Hof zegt. ‘De plechtelyke Mis is met deeze verschillende die door de Kardinalen of Prelaten word gedaan, en zulks in twee zakelykheden die men altoos waar te neemen heeft wanneer de Paus zelf den dienst doet. De eerste bestaat dat men twee Euangeliën zingt, een in 't Grieks en 't ander in 't Latyn. De tweede zaak voornamentlyk in de Pausselyke Mis bestaande is de Communie, die op deeze wyze word uitgevoert. Nadat het Agnus Dei gezongen is,Ga naar voetnoot(b) gaat de Paus naar zyn Troon. De Kardinaal Diaken van 't Euangeli plaatst zich ter zyden van 't Epistel met gevouwen handen, zodanig dat hy het Sakrament op 't Autaar en de Paus naar zyn Troon gaande zien kan. Wanneer hy daar gekomen is, neemt de Diaken de Gewyde Hostie op het Kelkdekzel, met een sluier gedekt, en zich naar het Volk keerende, heft hy die driewerf op, te weeten, voor het midden van 't Autaar en aan wederzyds hoeken. Vervolgens geeft hy 't aan den Onder-Diaken, die deeze Hostie den Paus brengt. Ondertusschen neemt de zelve Diaken de Kelk waarin den Gewyden Wyn is, en die mede gelyk de Hostie driewerf hebbende opgeheven, brengt hy die den Paus, die Jesus Christus onder de twee gedaantens aanbid, telkens wanneer men ze hem brengt: 't welk hy door een eerbiedige buiging met zyn halve lichaam, dochGa naar voetnoot(c) echter staande, doet; en wanneer de Diaken en Onder-Diaken by hem gekomen zyn, plaatsen zy zich d'eene ter rechter en de andere ter linker zyde van hem. De Paus neemt deGa naar voetnoot(d) groote Hostie die op het Kelkdekzel legt en geniet de Communie met zich zelf die in den mondt te steeken: vervolgens geeft hy twee kleine Ouwels aan den Diaken en Onder-Diaken die geknielt zyn, en die hem vooraf de handt kussen; middelerwyl houd den Diaken de Kelk tot dat de Kardinaal Noodhelpende Bisschop in zyn Kaorgewaadt voor den | |
[pagina 286]
| |
Pausselyken Troon komt, alwaar des Paussen Sakristyn hem een goudt pypje geeft, waarvan hy het eene eindt in de Kelk houd die de Diaken heeft, terwyl de Paus alsdan met zyn handt het ander eindt vat, buigende een weinig het hoofdt om 'er de lippen aan te zetten, enGa naar voetnoot(a) zuigt dus een gedeelte van den gewyden Wyn, laatende het overige den Diaken die de Kelk weder op 't Autaar brengt, en aldaar gekomen, zuigt hy mede met het zelve pypje een ander gedeelte van den overgebleven Wyn in den Kelk, en laat zynen Onder-Diaken eenige droppelen over, die dezelve zonder pypje nuttigt, en drink vervolgens 't geen men hem inschenkt om den Kelk om te spoelen, die hy met een handtdoek uitwischt. Ondertusschen geeft de Paus den kus des Vredes aan den Diaken, en de Communie onder de gedaante van 't Broodt aan de andere Kardinalen, Afgezanten, Prinsen en Prelaten, en somtyds aan byzondere persoonen die de zelve wenschen van zyne handt t' ontfangen; waarna hy weder naar 't Autaar keert, en de Mis met de gewoone plechtigheden eindigt. Reeds hebbenwe van de beurs met 25 Juliën oude munt gesproken, aan den Paus, pro bene cantata Missa, om dat hy de Mis wel gezongen heeft, gegeeven. De andere plechtelyke Missen hebben mede iet byzonders. 't Zal genoeg zyn het aanmerklykste van de Groote Mis van 't Kersfeest te beschryven, wanneer de Paus den Dienst doet. Nadat zyne Heiligheit door de Kardinalen Diakenen met alle de Pausselyke Plechtgewaaden is in den dos geholpen, waarvan alsdan de voornaamste het witte Pluviaal en den kostelyken Myter zyn, geeft hy zynen zegen over den Wierook, die hem den Wierookvatdrager brengt. Vervolgens begeeft zich het Geestelyk Opper-Hoofdt der Kerke naar de Kerk, voorgegaan van de Roomsche Prelaten en anderen, die alle witte Myters op 't hoofdt hebben.Ga naar voetnoot(b) De Wierookvatdrager en zeven Akolyten, ieder met een Waschkaers in de handt, gaan voorden Kruisdrager, en deeze Wierookvatdrager word van een Klerk van de Kamer voorgegaan, die een opgeheven zwaerdt met een bonnet draagt, betekenende mogelyk de onweerstreefbaare macht van 't Pausselyk zwaerdt, 't welk de Stedehouder van Jesus Christus van den Apostel Paulus heeft geërft, en deeze om de Christenen voor des Duivels slaverny te beschermen, door een recht van den Zoone Godts verkreegen, wiens geboorte men viert. Mogelyk wil men ons door een zinnebeeldelyk Afbeeldzel de Kerke Godts, en om eigentlyker te zeggen die van de Geestelykheit onder de beheering van St. Pieter verbeelden. Van 't verder gevolg die deeze Heilige Processie uitmaaken en verzellen zullen we geen gewag maaken, naardien het uit de zelfde Persoonaadjes bestaat als by andere gelegenheden geschied: maar indien de Keizer of eenig ander Oppervorst zich alsdan te Rome bevond, zoude hy genootzaakt zyn de sleep van 's Pausen mantel te draagen, gelykwe reeds in andere Plechtigheden hebben aangemerkt; en twee Kardinalen houden dan mede de beide eind-slippen van den mantel op. De Paus treet niet weinig hoogmoedelyk onder een Verhemelzel door acht Edellieden van den voornaamsten Adel gedraagen, en indien zelfs Konings Zoonen de eer hadden zich in deezen plechtelyken Omgang te bevinden, zouden ze niet dan by den eersten Kardinaal Priester konnen plaats vinden. Zyne Heiligheit in de Kerk gekomen, gaat naar de Kapel, verandert daar van gewaadt en gaat zitten. De Kardinalen komen hem groeten, en kussen de boordt van zyn Pluviaal te rechter zyde. De andere Prelaten komen in orde, kussende hem na driewerf geknielt te hebben, de rechter knie. De twee Diakenen, die den Paus behulpzaam zyn, als een Latynsche en d'ander een Grieksche, onthouden zich naby het Autaar. Na het zingen van eenige Antiennes,Ga naar voetnoot(c) spreid den Sakristyn over de armen van een Latynsch Onder-Diaken een klein laken, waarop hy de koussen en voetzolen of pantoffels van zyne Heiligheit legt. De Onder-Diaken brengt dit den Paus, houdende beide de handen opgeheven ter hoogte van zyne oogen. De Akolyten volgen hem, en terwyl de Onder-Diaken en een geheime Kamerling met het Pluviaal van St: Pieter komen, om hem de koussen en pantoffels aan te doen, zyn | |
[pagina 287]
| |
de Akolyten bezig de boorden van 't Pluviaal uit te spreiden.Ga naar voetnoot(a) Terwyl de Onder-Diaken den Stedehouder van Jesus Christus de koussen geeft, houden de Noodhelpende Bisschopen, die deeze Plechtigheit bywoonen, voorzyne Heiligheit een Boek en een Waschkaers. De Paus en zyne Noodhelpende Diakenen zingen aandachtiglyk een Antienne en een Psalm. Het Koormuzyk zingt het derde gety, en terwyl het Koor zingt, staat de Paus op, vermits een Noodhelpend-Bisschop zyne Heiligheit met het Pontifikaal nadert; twee Waschkaersdragers lichten hem; zyne Heiligheit licht zynen Myter af; want in al de Plechtigheden van de Mis die hy bedient, zet men hem die op, en licht de zelve ten minsten twaalfmaal weder af. Een Noodhelpend-Bisschop beladen met het PontifikaalGa naar voetnoot* op zyn hoofdt zulks de Paus den Dienst van dien dag leeft, de andere Noodhelper ondersteunt het Boek met de handt en een ander houd een Waschkaers. Wanneer de Paus weder gezeten is, en dat men hem den Myter wederom opzet, bied men hem zich te wasschen aan;Ga naar voetnoot(b) Vier van de Edelste Waereldlyken dienen den Knecht der Knechten in deeze Plechtigheit, en deeze Edelen zyn de eerste Mogentheden van Europe, indien zy zich te Rome bevinden. De Waardigheit noch rang maakt geene uitzondering ter hunner verschooning; naardien in de Psalmen geschreeven staat, dat hy (de Paus) zyne handen onder henGa naar voetnoot(c) die rein of onbevlekt zyn, wasschen zal. Terwyl de Paus zyne handen wascht, is al het Volk geknielt; de Prelaten staan op met ongedekten hoofde. De Paus zich gewasschen hebbende, de Diaken van 't Euangeli geholpen van twee andere Diakenen en een Onder-Diaken neemen hem de Myter, het Pluviaal en de Stool af, om hem met andere plechtgewaaden te kleeden, die de Akolyten van 't Autaar neemen. Deze Plechtgewaaden zyn de Gordel, het Borstkruis, de Dalmatica,Ga naar voetnoot† de Tunica,Ga naar voetnoot‡ de Albe, de Handtschoenen enz. Alle deeze versierzelen moeten Godsdienstiglyk gekust worden. Men geeft aan zyne Heiligheit het Pallium, en men kust het Kruis. Eindelyk steekt men hem de Pausselyke Ring aan den vinger. Dus versiert,Ga naar voetnoot(d) word zyne Heiligheit van twee Auditeurs gevolgt, die de twee einden van 't Pluviaal ophouden,Ga naar voetnoot(e) vertoonende zich ootmoediglyk tot de belydis voor de trappen van 't Autaar. De drie laatste Kardinalen Priesters treeden toe om de Paus voor den mondt en de borst te kussen, en terwyl hy van deeze Eminentiën gekust word, legt de Onder-Diaken die achter hem staat,Ga naar voetnoot(f) de handen op zyne schouders om hem te ondersteunen. De Diaken van 't Euangeli bewierookt den Paus, en de Paus bewierookt het Autaar; waar na zyne Heiligheit het Wierook vat aan den Diaken van 't Euangeli wedergeeft, en treedende voor 't midden van 't Autaar, kussen hem de twee Diakenen van 't Euangeli en de twee Noodhelpende Diakenen. Vervolgens groet de Paus het Autaar, leest de Inleiding en 't Kyrië in 't Pontifikaal 't welk de Noodhelpende Bisschop voor lessenaar dienende, op zyn hoofdt draagt, gelyk reeds is gezegt. De Paus gezeten zynde, legt men hem het Gremiaal op de kniën, 't welk hem voor een soort van servet of voorschoot verstrekt, en wanneer hy weder opstaat neemt men 't weg. De Latynsche Onderdiaken zingt het Epistel in 't Latyn, en de Grieksche in 't Grieks: het Epistel gezongen zynde, komen de twee Onderdiakenen en de Ceremonie Meester des Pausen Voeten kussen, die mede het Epistel en 't Graduaal leest. Na deeze lezing tot aan 't einde van 't Credo is 'er niets byzonders aan te merken, dan alleen dat zeven Akolyten, die ieder een brandende waschkaers draagen, zich rondom den Paus begeeven, wanneer hy de lezing van 't Euangeli staat te doen. Na het Credo wascht zich de Paus weder de handen. Vervolgens legt en zet de Latynsche Diaken in orde op het Autaar de Altaardoeken, de Ciborie, de Handdoek enz. die hem de Onderdiaken toereikt; een Sa- | |
[pagina 288]
| |
kristyn neemt van de Credenstafel de Kelk en 't Kelkdekzel waar op een kleine goude lepel legt, dekt dit met een sluier van goud stof, 't welk hem aan den hals hangt, en brengt het op 't Autaar ter zyden van 't Epistel. Dit alles moet te vooren wel gezuivert zyn. De Latynsche Diaken neemt dan drie HostiënGa naar voetnoot(a) en legt die in orde op het Kelkdekzel, den Paus verwachtende. Na dit Offerdeel geeft men den Paus de Myter weder, men neemt de ring en handschoenen aan, vermits zyne Heiligheit de handen zal wasschen. Na deeze verrichting geeft men hem den ring weder, de Paus komt voor 't Autaar, de Latynsche Diaken van 't Euangeli neemt hem de Myter af, twee Pausselyke Noodhelpende Kardinalen Bisschoppen leggen het Misboek op het Autaar ter zyden van 't Euangeli. Een der Noothelpende BisschoppenGa naar voetnoot(b), toont den Paus 't geen hy leezen moet, en wyst hem met den vinger de plaatsen aan. Van de drie ongewyde Hostiën die op het Kelkdekzel leggen, neemt de Latynsche Diaken een, waarmede hy de twee overige aanraakt, en geeft die aan den Sakristyn te nuttigen. Hy neemt 'erGa naar voetnoot(c) de tweede van, en roert de Kelk en 't Kelkdekzel aan, geeft die vervolgens den zelven Sakristyn te eeten gelyk de eerste, en proeft insgelyks de Wyn en 't Water, 't welk in de Mis dienen moet. De derde Hostie word den Paus ter handt gestelt, die de zelve wyt. De vermenging van 't Water en den Wyn, de wying van den Kelk, de bewierookingen, en alles wat tot aan 't einde van de Mis verhandelt word, zullen we ongerept laaten, naardien 'er geen verschil in met de afhandeling van de andere Missen is. Om te besluiten, deelt dan de PausGa naar voetnoot(d) den Gelovigen van de Vergadering veele Jaaren Aflaat en eenige veertigdaagsche tyden van vergiffenissen uit. |
|