Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijI. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 80]
| |
Amos, ‘dat Godt niemandt onder alle de volkeren der aard kent dan hen, en dat hy overzulks hunne ongerechtigheit straft. Maar deeze ongerechtigheden zyn voorbygaande, nademaal Godt niet gedoogt dat ze het hart verteeren, gelyk ze eertyds de Cananeên enz: verteerden. De Jonden lyden door de ongebondenheit hunner Gebuurvolkeren, gelyk het hart de ongesteltheden van lever, milt, maag enz: lydt. Genoeg is 't hier door te doen zien dat zy van hunne verneedering een zeer verschillend denkbeeldt met dat van de Christenen hebben. Ga naar margenoot+ Onzeker is 't met de Historie van de verstrooying der tien Stammen Israëls die Salmanazar naar Medië wegvoerde: maar hoe het ook zy, zeker is 't dat de Jooden sedert deeze verstrooying, in veele Landen bekent geworden zyn. Wy gelooven nochtans datze niet wel bekent geworden zyn, dan na de verwoesting van 't Koningryk Juda.Ga naar voetnoot(a) Josephus doet hen met een onnoemelyk getal te voorschyn komen, sedert de tyden van den Koning Assuerus. Een zekerenGa naar voetnoot(b) Eldad heeft een Historie van de verstrooying geschreeven, en tracht 'er de luister van door zoo veel verdichtzelen op te beuren, dat ze voor de Verdichtzelkunde der aaloude Grieken niet behoeven te wyken. Benjamin van Tudele versiert niet min het onderwerp, en doet een beschryving van eene groote uitgestrektheit van 't Landt, door zyn Volk in volstrekte macht bezeten: maar 't geen niet dan aan hem bekent is geweest. Peritzol, een ander berucht Schryver onder de Jooden, plaatst hen in plaatsen alwaar men ze tot noch toe niet heeft konnen vinden. By voorbeeldt, hy stelt een gemeenschap van RecabitenGa naar voetnoot* in de Woestyne van Cabor. Hy laat zyne Landsgenoten in de Woestynen van Arabië regeeren. Hy laat de Jooden de boorden van den Ganges en de Grenzen van Bengale, de Philipinen enz: bewoonen. Eindelyk plaatst hy hun omtrent een zekere Rivier Sambatius of SabbaticusGa naar voetnoot†, in de gebuurschap der Staaten van Paap Jan, en dit Ryk der Jooden word 'er volgens deezen Schryver zodanig geplaatst, dat men 't voor de grenzen van Thibet zoude mogen aanzien. Indien het waar was dat 'er in deeze Gewesten een Regeerstaat der Jooden was, zou men met reden gelooven mogen, dat zy het overschot der tien Geslachten waren. Willem de Rubruquis, in den Jaare 1246. in Tartarië reizende, bericht dat men twee dagreizens boven Derbent, naar Groot Tartarië strekkende,Ga naar voetnoot(c) een groot getal Jooden, in een Stadt Samaron genoemt, vind. Hy spreekt van een streek landts omtrent de Kaspische Zee, alwaar men zeide dat de Jooden als ingesloten leefden. CarpinGa naar voetnoot(d), die in den zelven tydt reisde, spreekt mede van zekere Joodsche Tartaren, die hy Brutaches of Bastarken noemt. Andere vertellen ons vanGa naar voetnoot(e) Nephtaliten en Daniten in Groot Tartarië woonende, en van zekere Saduceên op de Grenzen van Thibet.
Ook gelooft men dat de Jooden van de tien stammen in 't Koningryk Cachemire een der Wingewesten van den Mogol zyn verstrooit geweest: maar alhoewel deeze gedachten van eenige bewyzen worden onderschraagt, gelyk men in de berichtgeeving van BernierGa naar voetnoot(f) zien kan, echter kan men niet besluiten dat 'er de Jooden een volstrekte regeering hebben gehad. Men vind mede in een Provincie van China, JoodenGa naar voetnoot(g) die een gedeelte der gewyde Boeken, Kerkzeden van hunnen Godtsdienst, en veele Overleveringen bewaart en onderhouden hebben: maar het schynt dat ze onder hunnen Godtsdienst veele zaaken vermengt hebben, van de Chineezen ontleent; als onder anderen de eerbewyzing die zy aan ConfutiusGa naar voetnoot‡ | |
[pagina 81]
| |
doen.Ga naar voetnoot(a) Wy zullen ons over de opperheerschappy der Jooden in eenige gewesten van Etiopië niet uitbreiden. Zoo men de berichten van dit landt gelooven mag, is 'er dit volk zeer talryk; en dit is 't geen men in de Historie van Etiopië door Ludolf beschreeven zien kan. Men waant mede de Jooden in America te vinden; maar de redenen die men voor bewys bybrengt zyn zwakGa naar voetnoot(b) genoeg; Nochtans zyn niet alleen de Jooden, maar zelfs de Christenen in dit gevoelen. Men kan zien 't geen 'er den Heer BasnageGa naar voetnoot(c) van heeft gezegt. Waar is 't dat een hedendaagsche Reiziger bericht,Ga naar voetnoot(d) dat de Indianen van de Peruaansche Kust omtrent Plata veel Joodsche manieren hebben, gelyk ook de Calchaquen die tusschen Peru en Tucuman woonen; dat ze een soort van besnydenisse hebben en geen varkens vleesch eeten. Anderen hebben gelooft blyken van 't Jodendom in den Godtsdienst en de Gewoontens van Japon te vinden. Indien men op gissingen bouwen mag; waarom gelooft men niet dat de Christenen, en voornamentlyk de Roomsgezinden, een gedeelte van hunnen Godtsdienst en Kerkgebruiken den Amerikanen hebben mede gedeelt? In 't vervolg van dit Werk zullenwe zien, hoe mogelyk het zyn zoude, staande te houden, indien men op gissingen bouwen wil; dat de Mexikanen en Peruanen veele dingen van 't Christendom ontleent hebben. 't Is wel waar dat alle deeze eidele gissingen enkelyk op eenige overeenkomst van de Gewoontens gegrondt, niet zoude konnen bewyzen, dat de Volkeren gansch afgelegen van Asië, hun Oorsprong van de Jooden zouden hebben. Lichter is 't echter te bewyzen, dat de gevangen Jooden gehaat, veracht en van hunne grensvolkeren mishandelt zynde, middel gevonden hebben zich in Tartarië enz: te verspreiden, en 'er vervolgens een genoeg machtige staat hebben opgerecht, om deeze gebuurvolkeren te wederstaan. Maar alle deeze verdichte inbeeldingen en opsnyeryenGa naar voetnoot(e) moet men dit volk ten goeden houden, die eertydsGa naar voetnoot(f) geloofden beheerschers aller volkeren te moeten zyn, en die, in wonderwerken en voorzeggingen opgevoed, geloofden dat de Natuur nooit handelen noch beschikken mogt, dan voor hun. Wy zullen ons niet verder over de verstrooying der Jooden uitbreiden; maar den Lezer tot de Historie van den Heere BasnageGa naar voetnoot(g) wyzen. |
|