Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijIII. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 75]
| |
men 'tGa naar voetnoot(a) Viddui. Ieder letter vervat een Hoofdtzonde, of deeze die meenigwerf begaan word: maar wanneer zy de bequaamheit hebben, stellenze zich het gevolg en 't herdenken hunner zonden voor, en tekenen die in soorten en omstandigheden aan. Zy zyn deeze Belydenis des Maandags en Donderdags, en alle de Vastendagen gewoen te doen. Ook vasten zy veelmaals in 't byzonder om Verzoening, reeds hier voor beschreeven,Ga naar voetnoot(b) en te meer, wanneer zy ziek zyn, of in een merkelyk gevaar. Daar zyn 'er die zich alle avonden voor dat ze naar bedt gaan, en 's morgens wanneerze opstaan, hunne belydenisse doen. De dagen ter boete geschikt, beginnen met den eersten van de Maandt Elul; en duuren tot den verzoendag; maar dikmaals oeffenen ze dit gebruik van den aanvang van 't jaar tot aan den Verzoendag. Wie zich in zyn gewisse bezwaart vind, zyn 'er geene tyden voor uitgezondert. Vind iemandt zich hier in al te onbedreeven; pleegt hy met een Rabbyn raadt: of weet hy zich te behelpen, neemt hy toevlucht tot de Boeken die van de Boete handelen, en hy leest 't geen met zyne misdaaden over een komt, 't zy onthouding, vaste, tuchtiging, aalmoezen, gebeden of andere Godtvruchtige werken; om zoo veel mogelyk is voor de begaane misdaadt te voldoen. Ga naar margenoot+ Voor een goed werk houden zy 't de kranken te bezoeken, en hun den noodigen bystant te doen. Wanneer iemandt zich doodelyk krank bevind, verzoekt hy tien persoonen, min of meer zoo het hem lust, waar onder een Rabbyn begreepen is; en in hun byzyn belyd hy dan alle zyne begaane misdaaden, doende vervolgens een gebedt, waar in hy Godt om zyne gezontheit smeekt, of indien het hem behagen mogte zyn leven te doen eindigen, beveelt hy hem zyn ziel, en dat de doodt de uitwissing zyner zonde zy. Heeft hy een bezwaardt gemoedt, of iets geheims te zeggen, belydt hy 't voor den Rabbyn. Vervolgens verzoekt hy Godt om vergevinge, en vergeeft mede alle die hem beleedigt mogten hebben. Indien hy kinderen en huisgenooten heeft, geeft hy hun zynen zegen, hebbende hen voor zyn bedt doen komen: en zoo hy vader of moeder heeft, neemt hy afscheid van hun. Wil hy zyn testament maaken, en over zyne goederen een schikking beveelen, doet hy 't naar het hem goed dunkt. Daar zyn 'er die voor hun een openbaar gebedt in de Synagoge laaten doen, en hunnen naam veranderen, om de verbetering van hun leven daar door aan te merken. Zy geeven en belooven als dan aalmoezen aan de Synagogen en Armen. De zieke in doods gevaar zynde of op stervenGa naar margenoot+ leggende, laat men die niet alleen: maar men waakt 'er dag en nacht by. Want zy gelooven dat het een goed werk is, de scheiding van lichaam en ziele by te woonen, vooral wanneer het een geleert, of wel begoedt man is; zich grondende op Psalm 49. vers 10. Dat hy geduurig leeven zal, en de verdervinge niet zien, enz. Wanneer de zieke den geest geeft, scheurt den nabestaande op eenige plaatse zyn kleedt, in gevolge van de aloude gewoonte. Ook zyn 'er die willen, dat men in zodanig een gelegenheit al het water in 't sterfhuis, en in de buurt te vinden, op straat weg werpt; en men gelooft dit een oudt gebruik te zyn, om te kennen te geeven, dat 'er iemandt in de buurt overleden is. Wanneer iemandt gestorven is, men strektGa naar margenoot+ het lyk in een laken gewonden ter aarde uit, dekt het aangezicht, zettende een brandende waschkaars aan 't hoofdeneindt. Eerlang maakt men een linnen broek, laatende iemandt komen om die te naaijen. Maar de vrouwen bieden zich uit liefde daar toe aan. Men wascht het lyk met warm water, waar in men kamille en gedroogde rozen gekookt heeft. Vervolgens trekt men 't lyk een hemdt en broek aan; waar by veele een soort van een fyne linnen boven-rok voegen, des overledens Taled, of vierkante mantel met afhangende koorde of banden, en een witte muts op 't hoofdt. Dus toegestelt, legt men 't in een doodkist met linnen gevoert, en een laken over 't lyk gedekt. Wanneer het een man van aanzien is, maakt men op eenige plaatsen zyn doodkist spits toelopende; en is 't een Rabbyn, legt men 'er eenige boeken op. Men maakt de doodkistGa naar voetnoot(c) zwart, en men brengt het lyk naar buiten. Als dan vergadert een ieder om het lyk te verzellen: want vermits de Jooden dit voor een goed werk aanzien, dooden te begraaven, draagen zy het lyk beurtsgewys een weinig op hunne schouderen. Op eenige plaatsen draagen de volgers van 't lyk brandende toortsen en zingen klaaggezangen. De vrienden die in den rouw zyn, volgen het lyk weenende. | |
[pagina 76]
| |
In deeze orde geleid men het lyk tot aan 't Kerkhof, 't welk gemeenlyk een stuk landts is tot dit gebruik geschikt; 't geen zy Beth Hachaim, of huis der leevende noemen, achtende de dooden van wegens haare ziel te leeven. Wanneer men 't lyk neer gezet heeft, indien 't van een lofwaardig man is, is 'er iemandt die een lofrede voert. Ook doen zy een gebedt voor hem Ridduc Addin, gerechtigheit van 't oordeel genoemt. Zy beginnen 't door de woorden van Deuteronomium 32. vers 4. Hy is de Rotssteen, diens werk volkomen is, want alle zyne wegen zyn gericht: Godt is waarheit, en geen onrecht, enz. Ga naar margenoot+ Men legt het lyk een klein zakje met aarde of zand onder 't hoofdt: waar na men de kist toesluit, en draagt die naar het graf naby de plaats alwaar des overledens vrienden begraaven zyn. Op eenige plaatsen, de doodkist naby het graf gebragt zynde, indien den overledenen een man is, zyn 'er tien die zevenmaal rondom de kist gaan, en leezen een gebedt voor de ziele van den overledenen. De naaste bloedtvriend van den overledenen scheurt op eenige plaats zyn kleedt. Vervolgens laat men het lyk in 't graf neder, en men dekt het met aarde, werpende ieder een hand-vol of met een schop de aarde op de kist, tot dat 'er het graf mede gevult zy. Zy achten 't zonde te zyn, zoo wel voor mannen als vrouwen, de huidt op te ryten, en zich de hairen in deeze gelegenheit uit te rukken, 't zy dat ze weenen en voor of na over den overledenen rouwklagen: gelyk in Deuteronomium 14. vers 1. word vermelt: Gy zult u zelven niet snyden noch kaalheit tusschen uwe oogen maaken, over eenen doode. In 't weder weggaan, rukt ieder twee of driemaal een handt vol gras uit den grondt, en zegt, het achter zich werpende, de woorden van den 72sten. Psalm vers 16: En die van de stadt zullen bloeien als 't kruidt der aarde; en zulks om de opstanding te kennen te geeven. Zy wasschen hunne handen, gaan negenmaal zitten en staan weder op, en zeggen den 91.sten Psalm: Die in de schuilplaatse des Allerhoogsten is gezeten, zal in de schaduwe des Allerhoogsten vernachten enz. Vervolgens begeevenze zich weder naar huis. Dit nu zyn de algemeenste gewoontens der Jooden over dit onderwerp; en zyn 'er eenige zaaken die hier mede verschillen, zullenze echter van weinig belang wezen. |
|