Mijne porte-feuille(1828)–Js. M. Pfeil– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 116] [p. 116] Hoe? wijze: Dem schönsten der triebe. Brigit kreeg een erfdeel, Van twee tonnen gouds, En 't geld heeft aanbidders, Zoo nu als van ouds; Een toeloop van vrijers, Komt fluks op de been, Maar 't ja wacht Erastus, Erastus alleen. Erastus, een jongen Bevallig van leest, En goed, ja onnoozel, Behaagt haar het meest; Verrukt doet hem 't meisje, Haar wêermin verstaan, ‘Hoe’ roept heel de wereld, ‘Hoe komt hij er aan’? [pagina 117] [p. 117] Hij krijgt haar, en spelt zich, Nu dagen van rust, Een deftige tafel, En heerlijke fust; Een rijtuig, en paarden Van 't kostlijkste slag, Zoo als men voor dato Geen wêerga van zag. Ja, dit en nog meerder, Is 't deel van Erast, Maar wensch u zijn lot niet, Hoe zwaar is zijn last! Hij smulle, hij rijde, 't Moog waar zijn, helaas! Wat of er aan hapert? Zijn vrouw is de baas! Zij maakt hem het leven, Zoo bitter zoo zuur, En ligt is zijn echtknoop, Nog jaren van duur; Verwenscht wordt de voorkeur, Die 't meisje hem gaf, ‘Hoe’ roept heel de wereld, ‘Hoe komt hij er af’? Vorige Volgende