Mijne porte-feuille(1828)–Js. M. Pfeil– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 104] [p. 104] Drink-lied! wijze: Contre les chagrins de la vie. Wel kan mij 't druiven-nat behagen, Foei, als ik anders zei', ik loog, Ik dronk het zeker alle dagen, Liep de impost niet zoo schreeuwend hoog! bis. De prijs, daar mag ik ook van spreken, De prijs is mede niet gering, Van afslag is mij nooit gebleken, Hoe goed het met den oogst ook ging. bis. De wijnverkooper houdt de prijzen, Die eens door hem zijn ingesteld, Hij zegt, om ons maar aftewijzen, ‘Gij krijgt een beter soort voor 't geld!’ bis. Wat is daar tegen in te leggen; Hij kugcht er op, die brave man! Hij moge er vloek bij vloek op zeggen, 'k Weet dat hij deeglijk liegen kan. bis. [pagina 105] [p. 105] Toch kan mij 't druiven-nat behagen, Foei! als ik anders zei' ik loog! Ik dronk zoo graag het allen dagen Maar prijs en impost zijn zoo hoog. bis. Doch ben ik in een kring van vrinden, Geen woord dan, van zoo duren wijn! De reek'ning laat zich nader vinden, Er moet dan frisch gedronken zijn. bis. Zoo moeten we op het feest van heden, Het druivensap geen zier ontzien! De wijn-God zij hier aangebeden! Hij doet alle onze zorgen vliên; bis. Met graagheid worde er ingeschonken, Als of ons grooten dorst bekroop! Den duren wijn moet opgedronken, Men krijgt hem morgen beter koop! bis. Vorige Volgende