Mijne porte-feuille(1828)–Js. M. Pfeil– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] Ernst. wijze: Vive une femme de tête. Als mijn meisje, ik heb er geene, Nu dit zij zoo! maar van daag, Zoek ik er voorzeker eene, Want de meisjens mag ik graag, Als het meisje, dat ik kieze, Niet gereedlijk mij verhoort, Eer ik haar bezit verlieze, 'k Vaar altijd met vrijen voort. 'k Zeg dan: allerliefste Doortje! Of zoo als haar naam moog zijn, 'k Bid u nog een enkel woordje, Spaar mij de allerwreedste pijn! 'k Liet niet af van haar te plagen, Ja, is 't water niet te diep, 'k Sprong er in, en zou het wagen, Of ze mij ook tot haar riep. [pagina 9] [p. 9] Want de meisjens, moet gij weten, Worden gaarne lang gevrijd, Een paar schoenen meer versleten, Is maar een drie gulden kwijt. Blijf, Lisander! blijf aan 't vrijen, Dat de moed u nooit verga! Hartlijk zal uw meisje 't meenen, Zegt zij ook terstond geen ja. Vorige Volgende