Het leven van Maria Petyt (1623-1677)
(1976)–Maria Petyt– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
CIX. Capittel1Die voorschreven onverstorven ende wederspannighe bewegin-2ghen, die ick teghen mijnen danck ghevoelde, daer ick hier voorGa naar voetnoot2 3van gheroert hebbe, dat waeren beweginghen tot onghehoorsaem-Ga naar voetnoot34heyt, kryghelheyt ende trotsigheyt, grammoedigheyt, oft haestigheGa naar voetnoot4 5colere, bitterheyt des herten tot mijnen Evennaesten, beweginghen 6tot spytigh, ende korsel spreken teghen mijne Mede-susters, afghe-Ga naar voetnoot67keertheyt, ende vremdigheyt van hun, ende vanden GheestelijckenGa naar voetnoot7 8Vader, op-ghestockt zijnde tot verachtinghe, ende ongheloovigheyt 9in sijnen gheest ende leeringhen; op-ghestoockt, om my voor hem 10te sluyten, jae om hem te verlaten: Ick ghevoelde van hem somtyts 11sulckenen af-keer, ende onweerdigheyt, dat ick grouwelde hem teGa naar voetnoot11 12hooren, te sien, oft op hem te peysen; ick was eens soo overwonnen 13van desen strydt, dat ick sijne Eerweerdigheyt opentlijck afdanckte, 14bedanckende hem vande plaetse ende het habyt dat ick ghedraghen 15hadde, ende vande moeyte, die sijn Eerweerdigheyt met my ghe-16hadt hadde soo veele jaren, vastelijck gheresolveert zijnde de plaetse, 17het habyt, ende hem te verlaten. 18Maer sijn Eerweerdigheyt wel bemerckende, dat ick ten uyt-19tersten was ghekomen, ende overweldight van eenen uyt-nemen-20den grooten strydt, die dede alle sijn devoiren, om my te vreden teGa naar voetnoot20 21stellen, ende my te doen ghelooven, dat het eenen strydt, ende 22quellinghe vanden boosen was, om my jevers te brenghen in eenen 23strick ende bedervenisse der Ziele, ghelijck het wel waer gheweest | |
[pagina 188]
| |
24hadde, als den boosen my soude ontrocken hebben van mijnen 25Stierman, ende steun-stock, daer ick moest op steunen in die armeGa naar voetnoot25 26ende soo verlaten ghesteltenisse. 27Ick en hadde mijnen Gheestelijcken Vader noyt in droefheyt 28ghesien, als dien keer; want hy insach het groot perijckel, daer ick 29in was, midts de teghenheyt, ende af-keer, die ick als-dan van hem 30ghevoelde, benam de vruchten van sijne leeringhen, die my tot 31versterckinghe ende troost hadden moeten dienen; de ongheloovig-32heyt benam my alle steunsel, ende sekerheyt, om my in soo swaren, 33ende perijckeleusen strijdt, op sijn woordt af-te-gaen, ende myGa naar voetnoot33 34met gherustigheyt, te waghen ende te betrouwen op sijnen raedt,Ga naar voetnoot34 35ende goedt-duncken, ghelijck ick altoos te vooren ghedaen hadde. 36Het was hem vremt my soo te sien, soo onghebooghsaem, endeGa naar voetnoot36 37eenighsins obstinaet; want ick gheenen wille en scheen te konnenGa naar voetnoot37 38hebben, om hem simpelijck ende blindelincx te ghehoorsamen, omGa naar voetnoot38 39mijn verstant te onder te gheven; om dieswille, dat den boosen myGa naar voetnoot39 40ingaf een wonder mistrouwen van hem, daer ick te vooren altoos 41sulcken groot gheloof ende betrouwen op sijn woordt ghevoelt 42hadde. 43Den boosen wist wel, dat dit de krucke was, daer ick op steunde, 44den pilaer, daer ick aen vast hiel in 't midden der baeren ende tem-45peesten, dat hy aen my niet aen en kost, om my jevers in te bedrie-46ghen, ende om verre te worpen, soo langhe als ick vast bleef ghe-47anckert aen desen pilaer van eene ootmoedighe onderworpen ghe-48hoorsaemheydt, ende onder de toesichtigheydt van sulcken ghe-49trouwen Bestierder; daerom dede den boosen sulcken ghewelt, 50met listen, ende laghen, op veele verscheyden manieren, om myGa naar voetnoot50 51van mijnen Gheestelijcken Vader te ontrecken, oft ten minsten te 52vervremden; maer ten luckte hem niet; want de langhmoedigheyt, 53ende discretie van mijnen Gheestelijcken Vader traineerde my, endeGa naar voetnoot53 54hiel my vast, tot dat dit tempeest passeerde, ende ick de listen ende | |
[pagina 189]
| |
55laghen van den boosen klaerlijck siende my hiel by mijnen Gheeste-56lijcken Vader, my vast houdende aenden pilaer vande ghehoor-57saemheydt, ende alle teghenheyt allencskens door Godts gratie 58overwinnende. |
|