Het leven van Maria Petyt (1623-1677)
(1976)–Maria Petyt– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
LXIV. Capittel1Dus eenen kloecken moet scheppende, wierp ick my inde ermen 2Godts met een overgheven ende abandonneren mijns selfs, ende 3van alle dat inde werelt is; ende van dien stondt af, hebbe ick sulck 4een sterckte bekomen in mijne ziele, dat ick sedert dien tijdt ghe-5bleven ben als een onberoerelijcke steen-rotse in't midden vandeGa naar voetnoot5 6baeren der zee, sonder mijnen inwendighen vrede meer te ver- | |
[pagina 125]
| |
7liesen; ter contrarie ghevoele ick eene ghestadighe vreught ende 8blijdtschap, als my jet sulcx is overkomende; soo dat ick wel be-Ga naar voetnoot9-109vroeye, dat den Beminden alle die drucksels, ende oock de quade 10informatien, ende herdigheydt van mijnen Gheestelijcken VaderGa naar voetnoot10 11heeft toe-ghelaeten tot mijn groot goedt, ende vervoorderingheGa naar voetnoot11 12inden gheest. 13Het subtiel bandeken daer ick noch mede wat vast was ghebon-Ga naar voetnoot1314den aen mijnen Gheestelijcken Vader, aen mijn eyghen selven, oft 15aen jet anders, is daer-mede ghebroken gheweest; want al docht 16my te vooren, dat ick gheenen aenhanck en hadde aen mijnen 17Gheestelijcken Vader, &c. het was subtiel, ende voor my verbor-18ghen, tot dat Godt toeliet, dat ick in dit poinct gheproeft wiert, 19ghelijck ick gheseyt hebbe; want de nature is wonder loos, endeGa naar voetnoot19 20de treken vande eyghen liefde ende eyghen achtinghe zijn seerGa naar voetnoot20 21bedeckt, ende quaedt, om te achterhalen, ten zy den BemindenGa naar voetnoot21 22door sijne onghemeten goedtheyt aldus eenighe occasien toeschicke,Ga naar voetnoot22 23waer door sy magh ghetoetst worden.Ga naar voetnoot23 24Dit voorschreven bandeken, daer ick van los ghemaeckt wiert, 25was, dat ick wat crediet, wat voordeel, oft achtbaerheyt by sijnGa naar voetnoot25 26Eerweerdigheyt scheen te hebben, daer de nature heymelijck inGa naar voetnoot26-27 27leefde, ende in ruste met ghenoeghen, ende ick my daer door liet 28voorstaen, wat by hem te vermoeghen.Ga naar voetnoot28 |
|