Klare onderrichtinge der voortreffelijcke worstel-konst
(1674)–Nicolaes Petter– Auteursrechtvrij
[pagina 14]
| |
Het Elfde Deel.
| |
1.aant.M trapt L hier eerst met de slincker voet, en stoot hem met de rechter handt voor het aensicht. | |
2.aant.L tast aen de sack om sijn mes te krijgen, en dat uyt te trecken: dus willende sijn rechter handt uyt de sack halen, daer het mes mede gevat heeft, steeckt M, in het uythalen van de handt uyt de sack, sijn slincker handt door de arm van L heen, en wringt met sijn arms des anders arm achter om; 't welck aen L sulcken onmacht veroorsaeckt, dat onmogelijck sijn mes uyt halen kan. | |
3.aant.Soo evenwel L het Mes geswinder mocht uyt halen, als M het op dese vorige wijse kan beletten, en hy dienvolgens dat mocht komen te trecken, soo vat M op de rechter pols van L met sijn rechter hant, en met de slincker hant wat hooger aen den arm, soo kan hy den arm van L gants omwringen. | |
4.aant.M wringt den arm van L geheel om, en leght dien op sijn schouder. | |
5.aant.Om de handt van L te breken daer hy het Mes in vast heest, brengt M den arm over sijn hooft heen op sijn andere schouder, en breecktse soo te sekerder. | |
[pagina 15]
| |
6.aant.M kan oock den arm van L, alsoo vast hebbende, gelijck in No. 3. is aengewesen, den arm van L achter op des selfs rugh wringen, en setten sijn slincker voet achter in de knie-kneep van L. | |
7.aant.M sijn slincker voet in de knie-kneep van L geset hebbende, treckt den arm, dien hy vast heeft, wat hooger naer hem, en dwingt L voor over te vallen, settende dan de slincker knie op sijne lenden, en den selven arm noch hooger treckende, light L gants machteloos. | |
8.aant.M noch op de rechter pols van L met sijn rechter hant, en met de slincker hant wat hooger aen den arms, als eerst in de derde Figuur, gevat hebbende, kan de hant van L na sijn eygen borst wringen, dien hy het rechter been met sijn slincker voet ter selver stont onder uyt slaende, van achter over doet vallen, op wien hy toeschietende, L sich door sijn eygen mes kan doen quetsen. | |
9.aant.Als L, het Mes getrocken, M van boven daer mede wilt snijden, soo vat M met sijn slincker hant L op de pols, en in de selve tijdt met sijn rechter handt onder de elleboogh grijpende, kan hy den arm buyten uyt wringen, en L soodanigh heel machteloos maken. | |
10.aant.Indien L noch een snede van boven soeckt te brengen, kan M, in een fortsige postuur gestelt, door een schop, met het een of het ander been, onder 't gewricht van de handt van L, hem het Mes uyt de handt doen vligen. |
|