Hij knikte, maakte een gebaar alsof hij haar wilde tegenhouden, toen ze zich omwendde, maar liet haar gaan. Toch, toen ze bij de deur was, riep hij haar terug.
- Luister eens, Frans. Ik wou je zeggen, dat ik heel goed begrijp, wat een moeilijke dagen je hebt en ik wou je ook zeggen, dat je door alles heen op mij rekenen kunt als je vriend. Den moed niet opgeven hoor, doorzetten Frans, je komt er zeker, dit is het begin. En als het je zwaar wordt, bijt dan de tanden op elkaar en zeg: ik wil, dan lukt het zeker.
Wat verwonderd zag ze hem aan. Hoe wist hij dat ze..... Zijn gezicht had een heel ernstige uitdrukking, zooals hij op haar stond neer te zien. Wat een kind moest hij haar vinden!
- In ieder geval dank ik u wel, dat u me geholpen hebt om dit begin te maken, zei ze spontaan. Het is waar, ik heb het niet gemakkelijk voor me zelf de laatste dagen of liever sinds....
- Je in de derde zit, vulde hij lachend aan. 't Is het kweekeling zijn hè?
- Hoe hebt u dat zoo gauw gemerkt? Ik ben pas sinds gisteren op die school.
- Je hebt soms een heel scherpen blik voor sommige dingen, antwoordde hij ontwijkend. Laat het je genoeg zijn, dàt ik het heb gemerkt. En ga nu maar gauw naar huis, kind, met je eerste werk. Zou je moeder er blij mee zijn?
- Of ze blij zal zijn? Dat denk ik, riep Frans. Moeder zal het misschien nog prettiger vinden dan ik.
Ze vloog de trap af en schoot op haar fiets met zulk een vaart door de straten, dat meer dan één voorbijganger, die haastig op het trottoir gevlucht was voor zoo'n wildebras, haar met woedende blikken nastaarde.
- Moeder, moeder, kijk eens, lees eens!
Ze gooide de aflevering op de koffietafel zonder zich tijd te gunnen iemand goedendag te zeggen.
Niet alleen haar moeder, maar ook de tweelingen en Jettie toonden groote belangstelling voor het eerste gepubliceerde werk van Frans.
- Hoe heb je dat zoo klaar gespeeld? informeerde Jo, haar zusje met onverholen bewondering aanziende.
- Ik heb het niet gedaan, het was voor mij zelf een verrassing,