Dr. Schaepman. Deel 2
(1916)–Jules Persyn– Auteursrecht onbekendjuli 1870-juli 1880
[pagina 581]
| |
rechtvaardigheidszin en ondernemingsdurf in al de groote vraagstukken die steeds de volkeren beheerschen: geloof en wetenschap, Christendom en voorspoed, Kerk en vrijheid. Het beste en schoonste der Europeesche beschaving bracht hij over in zijn vaderland. Na een leven van opoffering allerlei had hij eindelijk in 1868 de verloopen liberale regeering weggevaagd, en bleef hij, ondanks een reeks van aanslagen, president, tot hij viel onder de handen der loge - martelaar van den christelijken Staat. Enkel terloops, nu en dan, gewaagde Schaepman in de Tijd van den Ecuadorschen held. Eerst in '78 kwam hij over den door Rome naar recht en rede gevierden President aan het woord. F.A. van den Heuvel, een van Schaepman's vroegere studiegenooten, vertaalde uit het Hoogduitsch van Laicus “Don Garcia Moreno of de geheime genootschappen in Zuid-Amerika”. En Schaepman schreef er een voorrede bij. Die voorrede is niet in den gewonen trant van Schaepman's “portretten”. 't Is veel minder een psychologische proeve dan een korte historische schets van Ecuador en zijn president, twintig bladzijden, kalm zakelijk en sober wetenschappelijk. Enkel waar het geldt de hulde, golft de stijl hooger op. Een bijzonder waardevol zinnetje, in verband met vroegere verklaringen, ontsnapt ons niet: “Mogelijk heeft Moreno die ellendige tweeslachtigheid van het tweede Fransche keizerrijk niet doorschouwd. Al zijn tijdgenooten, op enkele geniale uitzonderingen naGa naar voetnoot1), hebben zich met Veuillot in Napoleon III bedrogen”. En verder luidt het besluit: “Het blijft de weergalooze eer van Garcia Moreno, dat hij de aloude waarheid die zelfs in haar valschen vorm “Men bouwt geen steden zonder goden” eerbied afdwingt, heeft erkend als levensbeginsel en toegepast als levenswet”. Over het boek zelf, een minder nauwgezette vertelling, weet de Doctor te zeggen: “Don Garcia” schildert in boeienden vorm den strijd tusschen het Kruis en de troffel.... Uitnemend geschetste types treden hier op, en al deed het mij leed een landgenoot in zulk rooversgezelschap aan te treffen, het kan niet worden ontkend, dat onze Hollandsche schoolman voortreffelijk van teekening is.... Het vlekkelooze, edele karakter van Garcia Moreno verlicht het geheele boek’. |
|