Dr. Schaepman. Deel 2
(1916)–Jules Persyn– Auteursrecht onbekendjuli 1870-juli 1880
XCI.
| |
[pagina 576]
| |
aangezicht naar elkander gericht, hebben allen plaats genomen; aan het einde zit de Paus op zijn troon, naast hem de kardinalen.... Het is een bonte, drukke menigte; er wordt overal gesproken en toch heerscht er een soort van eerbiedige stilte; men hoort steeds de stem en den lach van Pius den IXen. Hij schertst, hij verhaalt luimige voorvallen uit zijn leven, hij vangt het woord op tot hem gericht en kaatst het vlug en geestig terug.... Een grijsaard vol waardigheid, maar ook vol levenslust, frisch en jong van gemoed, helder en krachtig van geest, door niets gebogen, door niets geknakt, maar bij wien éen blik op het gelaat u overtuigt dat de ernst der wereldbeheerschers onder deze lachende trekken ligt, als de peillooze diepte der zee, onder het de zon weerkaatsende spiegelvlak slechts door een spelend tochtjen gerimpeld’. Nog had Schaepman niet genoeg. Door zijn Romeinsche trouwen wist hij ook ditmaal een persoonlijke audiëntie te bekomen bij den Paus in zijn werkkamer, waar hij vroeger als Romeinsch student was ontvangen. ‘De grijsaard is vermoeid, de dag is lang geweest, heet en zwaar....’ Toch zweeft er steeds jeugd op dat aangezicht. ‘Dit is het gelaat van een man, die altijd in den hoogsten en heiligsten zin een kind is gebleven, die door de stormen is heengegaan, zonder dat een smet zijn reinheid besmeurde, een schok zijn Godsvertrouwen deed wankelen; die hoog opgevoerd door de golven van volksgunst en waan geen oogenblik lang zijn oneindig hoogen God heeft vergeten, die neergeslingerd in de diepten der vernedering altijd zijn Heer heeft geloofd.... Het is een kort, maar heerlijk oogenblik. Slechts weinige minuten hebt gij daar doorgebracht, maar gij hebt veel doorleefd. Daar daalt de zegen van den grijsaard weer over uw hoofd en het klinkt u toe: “Angelus Raphaël comitetur vos in via”.... Het woord blijft u omzweven overal op uw levensweg, langs de steile paden en door het schaduwrijke dal’.... Terwijl Schaepman daar te Rome weer zijn rijkste dagen leefde, sprak en zong hij in 't vaderland. Den 2en Juni immers verscheen in de Nieuwe IJssclbode zijn feestgedicht aan Pius. ... Als nog de krans der glorie
U hier bleef weggelegd,
Als weder de victorie
U kroonde in 't oude recht....
| |
[pagina 577]
| |
Dan staan wij u niet nader
Dan nù, in lijdenssmart,
En komt de naam van Vader
Niet dieper uit ons hart!
Onderwijl klaagde De Tijd dat zij niets uit Rome ontving, dat ze moest overnemen uit Het Huisgezin wat er omging daarginds. En twee van haar redacteurs waren bij de Deputatie! Schaepman werkte aan zijn Wachter-relaas over ‘Rome en de Paus, Mei-Juni 1877’, en Klönne, de fijne genieter der schoonheid van oude dingen, had hier zooveel te bewonderen, dat hij Heeres maar aan zijn Amsterdamsch lot overliet. ... De gelukkige dagen vlogen.... Nog een wandeling op zijn eentje, al droomend: ... ‘Het is de dag vóor het vertrek. Onder de hooge pijnboomen der villa Pamphili met het oog op St. Pieters reuzengevaarte, hebt gij uw laatste uren peinzende en droomende doorleefd. De avond valt, de schaduwen legeren zich over de stad. Terwijl gij terugkeert wordt het duister, de schemering verdwijnt. Het ruischen en bruisen der Acqua Paolina klinkt u als een afscheidslied. Bij S. Pietro in Montorio leunt gij nog eenmaal over de borstwering; de wereldstad ligt aan uw voeten.... Daar rijzen zilveren dampen, dat is de Tiber die naar S. Paolo stroomt; daarginder wordt uw gezichtseinder begrensd door hooge zware muren; dat zijn de bergen, straks stralende in purper en goud. Een wonderbare droefgeestigheid maakt zich van u meester, een onverklaarbare weemoed; duizend vragen rijzen op. Is uw vertrouwen gebroken, schiet uw hoop te kort? Komt de twijfel aan het mysterie van Rome en den Paus u folteren?Ga naar voetnoot1) Gij herkent de plek waar gij staat; hier is eenmaal de eerste steen gelegd der Konciliezuil; de zuil is niet daar, zal zij ooit verrijzen? Als een lichtzuil staat het Koncilie reeds in de wereld, stralend, verlichtend, leven wekkend. Hier is Petrus gekruisigd; wordt het oude treurspel herhaald? - Het is of gij langs den steilen weg nog eenmaal den grijzen Apostel met zijn kruis ziet opstijgen onder 't vloeken en joelen der Pretorianen; maar gij hoort ook het middeneeuwsche lied dat | |
[pagina 578]
| |
den Bar Jona verheft als zegevierend over dood en tooverij, als door zijn kruis en zijn zegepraal Rome wijdend tot de stad des Heeren: Fumus surgit, magus cadit,
Consecrator Romam vadit
Crucis et victoriae.
Die wijding wordt nimmer uitgewischt’. Den 6en Juni waren Mgr. en Dr. Schaepman in 't vaderland terug. |
|