Dr. Schaepman. Deel 1
(1912)–Jules Persyn– Auteursrecht onbekendmaart 1844-juli 1870
[pagina 505]
| |
CXIV.
| |
[pagina 506]
| |
mannen daar gestormd, geen Saracenen gebrand, geen baronnen gerend, als had niet eeuw op eeuw met zijn ijzeren hand den ruigen vorm geschud. Daar mogen anderen de aardige artisjokken bewonderen in de gloeiende kloostertuinen beneden - al is het uw lievelingsspijze, gij denkt er niet aan! - Ik evenmin - gij laat er mij ook geen tijd toe, gij ziet rond en - maakt plannen, luie plannenmaker, voor ik weet niet wat. De groote schepping en de grootsche scheppingen rondom ons laten u geen rust! Daar komt gij met verzen voor den dag...: ..................
Een bergenrij heft, fier en onbewogen
De trotsche kruin in 't scheemrend vergezicht
Het rozig kleed der neevlen uit ten hoogen,
Dat als een mantel om hun schoudren ligt;
Zóo staan zij daar, een kring van Paladijnen
Rondom den troon, der koningin gesticht,
Wier koepels als zoovele kronen schijnen....Ga naar voetnoot1)
‘Zoo holdet gij voort, maar ge kwaamt wel weer tot het proza terug. En toch was het ook geen zuiver proza. Daar in dien achtersten hoek van den Spaccio di Vino, waar wij neerzaten bij vijgen, ham, brood en moscatellen-wijn - een goed besluit van een zuidelijken dag’... Of Schaep leidde den vriend naar een van de vuile plekjes waar zijn kunstgevoel zich toch best vermeien kon: De Vischmarkt in het Jodenkwartier... ‘Ze was ook waarlijk wel schoon, wel schilderachtig, die vreemde dooreenmenging van keizerlijke ruïnen en alledaagsch leven; 't was een satire vol van dien eeuwigen humor der menschengeschiedenis, onverbiddelijke gestrengheid door zachten weemoed getemperd; een sarrende grijnslach, maar geadeld door het breede licht der zon of verteederd door den zilveren maneschijn. Weer komen we het aardige steegje uit en stil staande bij S. Angelo de Pescatori, leunende op de balie van het bruggetjen over de opdelvingen heen naar het kerkjen geslagen zien we door den porticus van Octavia - wat prachtige gekanneleerde zuilen, wat ferme kroonlijstbrokken! - de vischmarkt op. Wat speelt het licht op de marmeren tafelen met diepe groeven gezoomd, waar de paling op krielt onder het mes, waar de kreeft en de frutti di mare en de sardines wrie- | |
[pagina 507]
| |
melen in waterbak of korfjen, waar zelfs tuinslakken te vinden zijn - ‘roba de frati’ als de oude ze heette op onze vraag of 't goede kost was. Wat hebt ge daar dikwijls mijn zuidelijk Hollandsch gevoel gesard door uw lofzangen op dat tafereeltjen, zoo vol ouderdom, verval en vuilheid en toch zoo tintelend van leven, licht en gloed!’Ga naar voetnoot1) Vóx00F3;r het heengaan uit Rome had Schaep nog eenmaal de kans in privaat verhoor bij den Paus te worden toegelaten. Den 25en April, zooals Mgr. Dr. Brouwer, vicaris-generaal, mij vriendelijk meedeelde uit de reisnota's van Mgr. van de Burgt, knielden de Hollandsche bisschoppen, de president en Dr. Schaepman nog eenmaal aan de voeten van Z.H., en 't relaas van dit onderhoud deelde de Aartsbisschop later in een toespraak te Utrecht mee.Ga naar voetnoot2) |
|