Dr. Schaepman. Deel 1
(1912)–Jules Persyn– Auteursrecht onbekendmaart 1844-juli 1870
LXXVII.
| |
[pagina 365]
| |
van Michel Angelo: de schepping, de profeten, het laatste Oordeel leefden. Om half twaalf was 't gedaan, toen zijn wij geloopen naar Ara-Coeli, de groote Franciskanerkerk bij het kapitool. Daar wemelde het van volk. ‘Allen wachten vol ongeduld op het openen der kribbe en de verschijning van den Sagro-Bambino. 'k Heb er de kindertjes hooren preeken. Dat was heel aardig. Ik wil er nog eens meer heengaan en zien of zij ook gesouffleerd worden; dat zou mij spijten.Ga naar voetnoot1) Jongens en meisjes van 6 of 7 jaar, ouder niet. En dan zijn er onder die Italiaansche kinderen allemachtig schoone sprekende gezichtjens.... ‘Vandaar om twee uur 's nachts naar St. Maria Maggiore, na St. Pieter de schoonste kerk van Rome.’Ga naar voetnoot2) ‘Onophoudelijk verdrong zich de menigte, om tot de vereering der krib, die in een prachtigen kristallen houder met zilveren deksel, waarop het kindje Jezus in zilver gedreven en twee kristallen vazen met de overblijfselen van het hooi der kribbe, berust, te worden toegelaten. Nederland was er door zijne zouaven talrijk en uitnemend vroom vertegenwoordigd.’Ga naar voetnoot3) ‘De Kerstnacht gelijkt in Rome geheel op den dag, uitgenomen dat de winkels en koffiehuizen gesloten zijn. Door de helder verlichte straten beweegt zich een vroolijke menigte, die van Ara-Coeli heenstroomt naar Maria Maggiore of eenige andere kerk. Zingende en spelende kinderen vindt men even goed op de trappen van het Quirinaal als op het plein van het Kapitool en aan de deuren der kerken’. Toen hebben wij gelegenheid gezocht om zelf Mis te lezen en toen om zes uren de kanonnen van het fort St. Angelo begonnen te donderen en de Pauselijke banieren op den Eugelenburcht werden geheschen, ben ik een paar uur gaan slapen, om voor 9 uur weer naar St. Pieter te gaan, waar de Paus de Hoogmis zingen zou. Ik kreeg daar, door met den kapitein van de Zwitsers heel lief Duitsch te praten een plaats in de eerste rij der ‘places réservées’.Ga naar voetnoot4) | |
[pagina 366]
| |
Een bataljon zouaven vormde met de palatijnsche wacht het piket van den ingang tot het hoofdaltaar. Om het altaar stond de Zwitsersche wacht met helm, kuras en hellebaard tot afwering der ontelbare menigte, die zich in de uitgestrekte Baziliek verdrong. Onder het schetteren der fanfares verliet eindelijk de Paus de Kapel der Pietà, die, door rood zijden overhangen van het ruim der kerk afgesloten, tot ‘aula paramentorum’ was ingericht. De stoet werd geopend door de garde noble in schitterend roode wapenrokken, met goud afgezet. Dan volgden de biechtvaders der Baziliek in witte kazuifels, de Kamerheer met den door den H. Vader gezegenden vorstenhoed en het zwaard, de prelaten, dragende de vier mijters en drie tiaren, het kapittel van Sint-Pieter, de te Rome aanwezige bisschoppen, in witte koorkappen met wit-linnen mijters. ‘Eindelijk, de Paus op de Sedia gestatoria gedragen, omringd door zeven Zwitsersche wachten, de zwaarden dragende der zeven katholieke kantons. Na den Paus volgden onder anderen de Senatoren van Rome in goudlakensche toga's, door hunne pages, beeldschoone knaapjes in fluweel en goud laken, vergezeld. Gedurende het zingen der Tertia liet de H. Vader de kardinalen ten handkus toe. Na met de misgewaden te zijn omhangen, begaf zich de Paus, ondersteund door kardinaal Patrizzi, deken van het H. Kollegie, zelf een schoone, indrukwekkende grijzaard, naar het hoogaltaar’. Het duurde tot half twee. Maar weet gij wat voor ons het mooiste is, dat zijn de equipages. Ik wou dat gij die galarijtuigen van de kardinalen eens kondt zien. De ambassadeur van Portugal (de rijkste) had een rijtuig met zes paarden en voorrijders. Alles in groen en zilver, waarachter nog twee rijtuigen, met vier paarden. Kardinaal Hohenlohe heeft een liverei van wit met goud, wat eminent prachtig en deftig is. De kardinalen Patrizzi, Borromeo, Bonaparte en Hohenlohe zijn ook het rijkste. Vandaag is de naamdag van den Paus. Gisteren avond hebben de Zouaven op het binnenplein van het Vaticaan manoeuvres uitgevoerd met gekleurde papieren lantaarns bovenop hun geweer. Zij stonden in een cirkel en schreven toen op den grond: ‘Evviva Pio IX’. Dat was heerlijk mooi. De Paus stond op een van de gaanderijen om het aan te zien’. Boven hebt ge meteen een fragment uit Schaepman's eersten | |
[pagina 367]
| |
‘Romeinschen brief’. De correspondent van De Tijd begon zijn taak op 2den Kerstdag 1868. Zoo schreef hij onder zijn Roomschen studententijd 62 brieven naar 't Amsterdamsch blad. In Schaepman's volledige bibliographie zullen ze worden opgenomen met datum en titel. Ze vertegenwoordigen een statigen in 80 bundel van pl.m. 450 dichtgedrukte bladzijden. Schaepman maakte veel werk van die brieven. Hij schreef ze telkens driemaal; eerst in klad, dan zonder klad ernaast, over hetzelfde onderwerp in een cahier, en eindelijk, met beide vóor zich, in het net voor het blad. ‘Zoo kreeg ik vastheid van vorm. Ik maakte langzamerhand mijn zinnen zoo, dat ze als een kat altijd op hun pooten terecht komen. Dat was een harde arbeid, maar daarbij heb ik stellen voor de vuist geleerd’.Ga naar voetnoot1) |
|