Dr. Schaepman. Deel 1
(1912)–Jules Persyn– Auteursrecht onbekendmaart 1844-juli 1870
[pagina 302]
| |
LXIII.
| |
[pagina 303]
| |
't Viel Herman mee. De menschen waren braaf, de beestjes minder; maar dien geesel kon hij ook elders, zelfs in 't Vatikaan niet ontsnappen. ‘Ik ben perfect tevreden. Alleen zal ik wel spoedig mager zijn; want de vlooien zuigen mijn bloed bij plassen op. Ik heb uw appeltjes voor den dorst gevonden, en zal ze (een is er op) nog lang als een souvenir van u bewaren. Ook heeft een of ander engeltjen mij nog een nieuw paar schoenen gebracht, merci...’ ... Ik loop al met een steek op.Ga naar voetnoot1) Den tweeden dag ging hij zich aanmelden bij den prefect der Propaganda, bij kardinaal Barnabo als Hollandsch priester, student in de theologie, aartsbisdom Utrecht, neef van Mgr. Schaepman. De ontvangst was heel vriendelijk, en de kardinaal beloofde hem voor de volgende week een receptie bij den Paus... De Romeinsche burger naar Gods roeping moest zich ook heel braaf voor den Staat laten inschrijven, bij baron du Chastel, den Hollandschen ambassadeur, broeder van den bekenden katholieken werker, die zooveel had gedaan voor 't herstel van de Nederlandsche hiërarchie.Ga naar voetnoot2) Deze jongere du Chastel, ook een verdienstelijk man, was echter te zeer ge- en verwikkeld in de diplomatie om zich naar wensch met Schaepman in te laten. Toch ontmoetten ze malkander dikwijls en hartelijk. |
|