Dr. Schaepman. Deel 1
(1912)–Jules Persyn– Auteursrecht onbekendmaart 1844-juli 1870
XI.
| |
[pagina 48]
| |
‘Wat keur van mannen! Met den ernstigen van Kints en den hoffelijken Borret, twee meesters in de heilige wetenschap, staat daar pastoor Wennekendonk, de forsche bestrijder van het Jansenisme, en Pluym, de verdediger van het mirakel der Heilige Stede, die eens te Constantinopel staf en mijter zou voeren. Naast hem zijn Meylink, de kundige rechtsgeleerde, en Leesberg, de Christelijke herderszanger, en Beelen van Leuven, die zich echter voor anderen roemwaardigen arbeid weldra terugtrekt, en pastoor Burgmeyer, een pionier onzer vaderlandsche kerkhistorie. En weer anderen naderen: de geschiedvorscher Wensing, wiens strijdbaarheid voor den ridder van Gravin Johanna zoo noodlottig zal zijn, en pastoor Kok, ook een dappere, die metterdaad het vaderlijk erfgebied handhaaft, en Van der Ploeg, de priesterlijke dichter, wiens liederen het volk nooit zal vergeten... (Maar) boven de anderen uit rijst de kloeke gestalte van Haarlems eersten bisschop (Van Vree), geboren heervoerder door zijn wijsheid, ook in mannelijk kracht-betoon aller voorbeeld; en nevens hem verheft zich de eenige Broere, die in diepte van kennis en hoogte des geestes allen overtrof.’Ga naar voetnoot1) Broere's prachtig proza, proppensvol ideeën - wijsgeerige, godgeleerde, staatkundige, letterkundige - wilde ook practisch wezen, en deze moderne kerkvader was, gelijk zijn voorgangers van eeuwen geleden, een stoute, stille studax en een wekker der scharen. ‘Jaren aan jaren heeft niet ver van Leiden een man gewoond, die zeker tot de schitterendste genieën te rekenen was, welke op onzen vaderlandschen bodem het licht zagen. Hij was een wijsgeer van nature, een diep en vruchtbaar denker, doorbedreven in de schriften der heidensche wijzen, der kerkvaderen, der latere Duitsche en Fransche philosofen.’Ga naar voetnoot2) Duizenden bladzijden heeft hij gekneed uit de bloem van de verhevenste leer van alle tijden, en ze deesemden op, stil maar zeker, overal in Holland waar katholieken woonden met geest en karakter genoeg, om den grooten leider te kunnen en te durven begrijpen. | |
[pagina 49]
| |
‘Broere behoorde tot die kloeke en heldere geesten, die de eer uitmaken van onzen stam. Hij geleek op onze groote zeventiende eeuwers, niet het minst op Vondel en Huig de Groot: als beiden bedeeld met dien ongewonen rijkdom van kennis en vernuft, die naast het feit onmiddellijk het beeld weet te plaatsen. Wat hij op hen vóór had was de gave der bespiegeling... Zijn bespiegeling volgt ook in haar hoogste vlucht de verheven wetten van het denken, die den menschelijken geest zoo machtig maken in zijn eindige kracht. Door de eerbiediging van deze wetten blijft zij overal volmaakt en harmonisch, en gelijkt zijn bespiegeling waarlijk op die stoute kathedralen, wier grondvorm de wet van driehoek en cirkel eerbiedigt en wier kruisbloem naar dezelfde wet zich opent hoog in de blauwe lucht. Deze eigenaardigheid drukt op Broere's bespiegeling den Nederlandschen stempel. Zij verkrijgt hierdoor een zeldzamen, maar onweerstaanbaren trek van verheven sereniteit. Zij is helder en tevens stralend; zij is opgeruimd en gelukkig, daar zij het hoogste bereikte; zij draagt geen spoor van strijd, en zoo zij arbeid en inspanning verraadt, dan waren arbeid en inspanning toch genot; zij is verkwikkend en verheffend; zij brengt geluk, en zij doet dat alles in de hoogste mate. Ziedaar Broere's verheven sereniteit. Deze schoone trek groeit niet alleen uit zijn Hollandschen aard. Bij Broere was de bespiegeling niet alleen zaak van den geest, maar ook van het hart; hij had de waarheid en de schoonheid lief. Hij had ze lief om haar zelve, om het reine genot dat zij brengen, en waarmede zij de menschheid verkwikken. Levende in haar wereld, was hij als onkundig van al het lage en kleingeestige; alleen het waarlijk grootsche was stof voor dezen grooten geest en dit groote hart...’Ga naar voetnoot1) Broere's arendsblik overzag Europa, en daarom juist wist hij beter dan wie ook wat zijn Roomsche landgenooten konden doen en mochten wagen. Hij noodigde de Hollandsche katholieken tot het maken van een brokje geschiedenis, zooals men het overal elders toen zoo heerlijk deed.Ga naar voetnoot2) | |
[pagina 50]
| |
De herleving van 't katholicisme was immers in vollen gang. Wie had het durven voorspellen in 't begin van de eeuw! Pius VI, gestorven te Valence, gekerkerd door het atheïsme. Het heele Fransche episcopaat in ballingschap, de geestelijkheid uitgedund door 't schavot en door Cayenne; de kloosterorden uit hun eeuwen-ervigen grond ontworteld. En Frankrijk, het toonbeeld van Europa, overal elders nagevolgd. Het katholicisme een lijk, en zijn graf gereed. Maar Hij die met zijn Kerk is tot het einde der eeuwen kende zijn uur. En waarom zou 'k beproeven dit zelf te schetsen, als 't zoo meesterlijk door Lecanuet in zijn ‘Montalembert’ werd gedaan: ‘Un demi siècle s'écoule, et partout l'Eglise a repris sa place au premier rang. En Angleterre, les catholiques sont émanicipés, grace à O'Connell; les Belges ont affranchi leur patrie et leur religion; en Allemagne, à la suite des archévêques de Cologne et de Posen, persécutés pour leur foi, les fidèles s'associent et réclament leur liberté. Mais c'est en France que la transformation est la plus complète. Et Montalembert nous montre à l'entrée des carrières libérales, une jeunesse ramenée aux croyances et aux pratiques chrétiennes; au sommet de la nation, les maîtres de la pensée ou de la parole professant ou du moins respectant sincèrement la religion, les oeuvres laïques de Charité et d'apostolat, la Société de Saint-Vincent de Paul, et la Société de la propagation de la foi florissantes; les ordres religieux restaurés et multipliés; la liberté d'enseignement conquise et mise à profit par l'Eglise; nos évêques, à qui l'on interdisait naguère de s'entendre même par écrit, donnant a la Chretienté étonnée la spectacle de douze conciles provinciaux; enfin la Papauté restaurée et affranchie par la valeur française.’Ga naar voetnoot1) En waarom was 't katholicisme vooruitgegaan overal? ‘Il faut le dire: c'est la liberté et la lutte rendue possible par la liberté. La même cause a produit partout le même effet. Il suffit de citer l'Angleterre et O'Connell, la Belgique et sa constitution, la Hollande et l'Allemagne tout entiêre....’Ga naar voetnoot2) Frankrijk gaf de groote les, gelijk altijd, en andere landen, groot en klein, ze volgden. Broere wist wat er in Holland met die vrijheid was te doen... |
|