Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants
(1971)–Dirck Pietersz. Pers– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 632]
| |
groulijcke wreedheyt, als datmen iemant om hals brenght, die u noyt oock in de minste feylen, heeft beschadight, zijnde in alles onnoosel. Daerom seytmen dat de Wreedheyt een onversaedlijcke lust is, ten quade, om de onschuldige te straffen, en eens anders goederen te rooven, 't Recht alle inbreuck te doen, en alle vromen te beledigen, en niet te beschermen. Het roode kleed bediet, dat alle haere gedachten bloetdorstig zijn, en door de Nachtegael verstaetmen de fabel van Progne en Philomele, wesende een waerachtigh beeld van de Wreedheyt. |
|