Discordia. Tweedracht.
Een Vrouwe als de naevolgende gekleet met hairen van verscheiden verwen, hebbende in de rechter hand een Blaesbalck, en mette slincker een test vol Vier.
De verscheydentheyt van verwen, bediet de verscheidentheit der gemoederen, gelijck geseyt is. Waer over Ariosto aldus schrijft:
Ick kend' haer aen het bonte kleed,
Met slimme boorden, smal en breed,
Die haer nu deckten, dan ontde'en,
De wind blies door haer kleeders heen.
En 't hayr was silver en van gold,
De locken swart en grijs gekrolt,
Ten deel gevlochten en verspreyt,
Op borst en schouders heen gesweyt.
De Blaesbalck en de Viertest, diese houd, vertoonen, dat detwist door het opblaesen van quade tongen heerkomt, als mede door de siedende gramschap, die in des Menschen hert gevoet wort.