Tempo. Tijd.
Een oud Man, die aen de rechter voet gevleugelt zijnde, op een Rad staet, met een Waeghschaele of met een Geometrisch gewicht in de hand.
De rechter voet op 't Rad, die met zijn ommetreck, nergens anders als op een punt raeckt, dat oock nimmermeer stille of vast staet, doet ons begrijpen, dat de Tijd niet in sich heeft, als de verledene en toekomende Tijd, zijnde de tegenwoordige in een oogenblick ondeylbaer.
De Waeghschael of Geometrisch gewicht vertoont, dat de Tijd die geene is, die alle dingen vereffent en gelijck maeckt.