Ingordigia. Slocklust.
Een Vrouwe van een leelijck opsicht, en gekleet in roestige verwe, die de spijse ten monde weder uyt spouwt, houdende in de rechter hand den Visch Scarus geheeten, en in de slincker een Lamprey of Negenoogh.
De Visch Scarus is ons onbekent, en die wort nergens als in de Carpatische Zee gevonden, en is van de oude Schrijvers, voor eenen gulsigen en inslockenden Visch gehouden, als Aristoteles seght: Want dese Visch alleen, onder alle Visschen, gaet op de maniere van de viervoetige Dieren, en eet kruyd of gras op 't veld, en verslint uyt groote gierigheyt alle andere kleyne Visschen, die hem gemoeten, en spouwt dieselve door al te groote satheyt en gulsigheyt weder uyt. Dese Visch Scarus, gelijckt een groot deel den Visch Orata.
De Lampreye, seyt Orus, baert door den mond, en soo haest zy gebaert heeft, schiet zy nae haere Iongen, en wie 't niet kan ontvluchten, slockt zy weder op.