Fato. Nood-Lot.
Een Man in fijn linnen gekleet, om de boven-geseyde redenen, hebbende op 't hoofd een sterre, in de rechter hand het Caduceum of de Slangh-gekronckelde en gevlerckte staf van Mercurius, in zijn slincker hand een Spinrock met de spille aen een draed hangende, welcke draed midden van een is gebroken.
De redenen, die dese dingen te kennen geven, zijn voor eerst dese: Want het Fatum wordt gehouden voor een uytgespreyde meeninge van de Wijsen in 't Heydendom, dieder bestont in de schickinge der sterren, en datse alle onse Menschlijcke werckingen en gewichtige handelingen te boven gingh, onderstuttende desselvers loop, daerom worter een Sterre boven zijn hoofd als Heerscherinne, gemaelt.
De Caduceus of staf van Mercurius, bediet de macht van 't Fatum, ofte een seeckere Godlijcke Geest, of beweginge waer door zy seyden, dat niet alleen ons gemoed, maer oock alle geschaepene dingen beweeght en bestiert wierden. En noch geloofden de Heydenen daer boven, dat het was een seeckere band, waer door wy verbonden en verstrickt waeren met God selve, en dat in ons, de Nootwendigheyt van dit selve Fatum, alle dingen in sich vereenighde, en t'saemen voeghde.
Met een Spinrock en spille wort hy geschildert, want aldus wordt vertoont de krancke draet van onse leven, die daer gehecht is in de macht des Hemels.