Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants
(1971)–Dirck Pietersz. Pers– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 336]
| |
De staert was als een Draeck gedreyt,
Alwaer 't venijn sich onder spreyt.
Apollodorus van gelijcken, beschrijft die, en seyt noch meerder, dat zijne rughayren altesaemen kleyne Slangen waeren. Dante seyt aldus:
De Helhond Cerberus seer fel,
Met zijn drie koppen blafte snel,
En schrickt de zielen, door 't gesicht:
Door 't flonckren van zijn vuyrigh licht.
Zijn baerd was seer bemorst en swart,
De buyck was wijd, de klauwen hart,
En weckt de Geesten seer versteurt,
Die hy ellendigh schockt en scheurt.
|
|