Pigritia. Luyicheyt.
Een ongehulde Vrouwe, die 't hoofd laet ter aerden hangen, met slordige en gescheurde kleederen, houdende beyde handen in den schoot of boesem bedeckt, slaende de beenen over malkanderen. Ter syden haer sal een Eesel of een Schiltpadde leggen.
Wesende de benaeminge van den Luyaert een toeeigeninge aen den Winter, soo maghmen, met reeden, de Luyicheyt haer rechte Dochter wel noemen: Want, gelijck de warmte in de Menschlijcke lichaemen, de oorsaecke is van de beweginge en van de vaerdige besicheden, alsoo maeckt daer en tegen de koude, onbeweeghlijckheyt, bottigheyt, langhsaemheyt en droomige werckingen.
Zy sit metten hoofde gebogen, en mette handen en voeten, op de maniere als geseyt is, om dat de Egyptenaers, dieselve in haere Hierogliphische beelden, aldus hebben vertoont. Willende te kennen geven, dat een luy Mensch, als onbeweeghlijck en onbequaem is tot eenige goede werckingen: en overmits de Egyptenaers door de vlacke en opene hand den arbeyd, het ontsagh en de macht vertoonden, soo maelden zy in 't tegendeel een vuyl en veracht persoon, die door ledigheyt of luyicheyt krom gingh, dat hy de handen te gelijck in den boesem of schoot stack, en aldus sat: welcke maniere, in der waerheyt, een veracht en slim Mensch wel past. Waer uyt oock dit spreeckwoord gekomen is, Manum sub pallio habere, dat is, de handen onder den rock steecken. Menschen die in den ledighgang verdorven, koud en luy zijn: Daerom seyde Anaxagoras, dat de Mensch veel krachtiger scheen als alle andere Dieren, om dat hy met handen begaeft was.
Het onthulde hoofd, de slechte en gescheurde kleederen, bedieden de ongeluckige staet van de Luyicheyt, door de welcke een luy Mensch, van sich selve, altoos arm, snood en veracht is, soo wel aen ziele als lichaem, want hy verkrijght noch deughd, noch rijckdoom, noch eere, gelijck Hesiodus seer wel seyt:
Wie traegh leyt, als een lastigh pack,
Verkrijght noch Rijckdoom noch gemack,
Maer kampt steets met den bedelsack.
De Eesel, die ter syden leyt, is een gewis beeld van de Luyheyt, wesende gehouden voor het traeghste van alle Dieren, 't selve wil oock de Schiltpadde uytdrucken.