Amor di Virtu. Liefde totte Deughd.
Een naeckt kindeken met vleugels, hebbende een Lauwerkrans om 't hoofd, en drie andere kranssen in de handen. Want van alle andere Liefden, die soo verscheyden van de Poëten werden afgemaelt, gaet dese Liefde totte Deughd, alle andere in Eedelheyt te boven, om datse oock alle andere dingen overtreft. Het wort met een Lauwerkrans gemaelt, tot een teycken van eere, die dese Deughd toebehoort. En om te betoonen dat de Liefde tot dese Deughd onverderflijck is, oock hoe de Lauwer altijd groen blijft, en oock hoe de krans, die van een Sperische rondicheyt is, geene bepalinge heeft, soo soumen oock konnen seggen, dat de krans op 't hoofd Wijsheyt bediet, en andere Zeedelijcke of Hooftdeughden, als Gerechtigheyt, Wijsheyt, Dapperheyt en Maetigheyt, en om dieselve Deughd dubbel te vertoonen, soo wortse door den circkel en te gelijck door 't getal van dryen, 't welck een volmaeckt getal is, door de kroonen uytgebeeld.