Carro del Aria. Koetse van de Locht.
Martianus Capella maelde Iuno voor de Locht af, zijnde een Vrouwe, die Adelijck op een stoel sat verciert met een witte sluyer, die haer 't hoofd deckte, zijnde omcingelt met een windel, op de maniere van en antique of oude kroone, die Koninghlijck vol groene, roode en blauwe eedelgesteenten beset was: de verwe van 't aengesicht sal blinckende zijn.
Het kleed sal van verwe zijn als 't glas, en daer boven een ander van duystere verwe, zy heeft rontom de knyen, een windel van verscheyden verwen. In de rechterhand sal zy een blixem houden, en in de slincker een trommel. Haere koetse sal voort getrocken werden van twee schoone Pauwen, als Vogelen die dese Goddinne zijn toegewijt.
De verscheyde verwen en andere bovengeseyde dingen, bedieden de veranderinge van de locht, door de toevallen die daer in werden vertoont, als reegen, schoon weeder, storm winden, nevel, onweeder, sneeu, dauw, donder en blixem: en dit druckten zy door den trommel uyt, die zy in de hand heeft, en boven dat noch de Cometen, Regenbogen, vlammige dampen, Weerlichten en wolcken.