van 't Ieughdelijck verstand, en de veranderlijckheyt van de lusten, die den Iongelingen plagh over te komen, terwijlen zy in dese frische Iaeren zijn: Derhalven worter geseyt, dat de wegh van den Adelaer in den Hemel, van de Slange op der aerden, van een schip in de Zee, en van een Iongelingh, swaerlijck zijn te kennen, gelijck Proverb. 3 te sien is.
De krans met bloemen, is de uytbeeldinge van den lach, diewelcke vrolijckheyt beduyt, als die sich, in dees Ouder, plagh te vertoonen, en daerom wort het Maeghdeken vrolijck gemaelt en schoon van opsicht, om dat Salomon, in sijne spreucken seyt, dat een vrolijck gemoed een bloeyend ouder maeckt.