Lascivia. Dartelheyd, Brooddronckenheyd.
Een jonge Vrouwe, rijcklijck en prachtigh gekleet, houdende in haer slincker hand een spiegel, waer in zy met groot opmercken siet, en mette rechter hand is zy besigh om het aengesicht te suyveren en 't hayr te streelen, ter syden van haer, sitten eenige dertele en geyle Musschen, en daer by een Armelijntjen. Waer van Alciatus aldus spreeckt:
Ick weet niet of Natuer of Dertelheyd kan wercken,
De siere Pronckery, die m' aen dit Dier kan mercken:
Het streelt sijn suyver bont, sijn hoofd, soo juyst en net,
Als of het tot een beeld, den Pronckers waer' geset.