Fraude. Bedrogh.
Een vrouwe met twee aengesichten, 't eene jongh en schoon, 't ander van een oud leelijck wijf, wesende bloot tot aen de borsten, gekleet in 't geel totte halve beenen toe, hebbende voeten als een Adelaer, en de steert als een Scorpioen, die men tusschen haere beenen door siet; en sal in de rechter hand twee herten houden, en in de slincker een mom-aensicht.
Bedrogh is een sonde, dieder naelaetigheyt van de behoorlijcke plicht, ten goede, soeckt in te voeren. En die altijt menichte van nieuwe vindingen ten quaede soeckt te versieren, doch altijt, onder een schijn, het goede naebootsende, en met haere gedachten, woorden en wercken, onder bedrieghlijcke verwen, het goede voor te stellen. En hierom wortse met twee aengesichten gemaelt.
Het geel beteyckent verraderye, bedriegerye en valsche veranderinge.
De twee herten zijn blijcklijcke teyckenen van willen en niet te willen in een selfde saecke. Het mom-aensicht beteyckent dat het Bedrogh de saecke anders voorstelt, als zy in der daed is, om alsoo tot haer voornemen te geraecken.
De steert van een Scorpioen en de voeten van een Adelaer, beteyckenen, het verborgen venijn, dat haer, als een roofvogel, altijt voed, om ander luyden eere of goederen te berooven.