Mijn tegenstem(1975)–Hugues C. Pernath– Auteursrechtelijk beschermdGedichten 1966-1973 Vorige Volgende [pagina 93] [p. 93] Ik behoor niet meer maar beheers het beven Ik behoor niet meer maar beheers het beven Brandend en kinds, slapeloos in vroeger In de dingen die hebben plaatsgevonden, de dingen Der dagen. Ik vervoeg de panden van de pijn 5[regelnummer] En lichtschuw, gelouterd, geloof ik in het spreken In het zwijgen dat voortduurt na de dood. Dit was hetzelfde breken dat ons samenbracht, Hetzelfde verdringen, hetzelfde gebaar. Dit was het schroeien, het wassen van de wonde. 10[regelnummer] In mijn geheugen verdelen ogen mijn geheimen En tranen de ruïnes die kleverig smeulen. Aan machten bezweek mijn macht, mijn verlangen Terwijl ik geduldig verbloedde en verhond. Liefhebben werd het bewaren, het bewegen van woorden 15[regelnummer] Die ons heimelijk braken, die ons herleidden Tot schimmen. En ver van mij gingen mensen uiteen. De vage omtrekken van de vele vrienden vergaan En nooit te achterhalen werd elk gebaar De weerkaatsing van het dromen en het derven. 20[regelnummer] Berustend in de gave kroop ik, viel ik en huilde, Mijn beklemming vergleed, de dagen doordragen En ik veronderstelde de angst, de allerlaatste leer Die ik onderga, waaruit ik overleef. Nergens Was een steen te zien, de gelaatstrekken van geen ander. 25[regelnummer] Zo blijf ik in leven, maar alle leven is ontgonnen. Vorige Volgende