Mijn tegenstem(1975)–Hugues C. Pernath– Auteursrechtelijk beschermdGedichten 1966-1973 Vorige Volgende [pagina 92] [p. 92] Misschien mijn keuze, mijn eeuwigheid Misschien mijn keuze, mijn eeuwigheid Die niet langer duurt dan het herbeginnen, Dan het verbannen, het verstijven van de wortels. Soms kijk ik naar jou, soms naar jou. 5[regelnummer] Soms zijn jouw velden volgroeid, soms gerimpeld, En terwijl dit jaar verdampt, verbeur ik De vijf bloedige cirkels en elders mijn liefde. En als een vergezicht vergeet ik de beduimelde wand Waarachter zovele gluurders gloeiden. 10[regelnummer] Jij tart de roffelende dagen, de nieuwe nacht, Ontstaan maar ontluisterd door jouw kille dracht. Jouw huid wordt een klaterend kleed, een oponthoud Temidden de geuren van grassige gronden. Jouw blik huivert en glanst, en verkleurt mijn deernis 15[regelnummer] Tot een schaduw die vervaagt wat voorbij is. Die daalt en baart. En bevriest. Maar jaagbaar, begint ook voor jou de jacht Het verwoorden van zien en horen, het bewonen Van de kwade mist, van de tijd wanhopig en nauwgezet 20[regelnummer] Waarin het vluchten vermetel wordt en overbodig Het spitten, het verstarren en het vredige deinen Na het vervreemden, na het zuiveren van de naald. Geen orgel zal spelen, geen boog jou beschermen Wanneer de zaadloze afgrond van de pijn 25[regelnummer] Jouw schoonheid bedekt met de pracht. Vorige Volgende