Mijn tegenstem(1975)–Hugues C. Pernath– Auteursrechtelijk beschermdGedichten 1966-1973 Vorige Volgende [pagina 90] [p. 90] Ik zocht de uitersten, en van het verdriet Ik zocht de uitersten, en van het verdriet En van een korte naam geschreven op vuile ruiten. Van vele huizen sloot ik de verrotte luiken, nu, vandaag En vanaf hun vergeten beloften en iedere judaskus 5[regelnummer] Waarmede ik verkocht werd. Alles verging, voor haar Voor mij. Niet onze spijt, niet ons gevoel. Niet het naderend gezoem van de bijen. De twijfel drukte, maar dwars door de tijd Zal ergens, iemand zich iemand herinneren. 10[regelnummer] Terwijl zij achterblijft en onherkenbaar achter glas Jarenlang de wanhoop aan de wandelaars onttrekt En het verleden aan vele vrome vrouwen. Mijn woord zal worden, mijn woord zal zijn: Pijn in de vertekening van de pijn, en onrust 15[regelnummer] In ons ongeloof, ons onontkoombaar oponthoud. Eenmalig, maar misschien even eenzaam als voordien. Stervend, terwijl ik me als een vreemde beweeg In een wereld die eens de mijne was, Stervend, zoals tekens telkens vervagen 20[regelnummer] Zal ook ik de tijd bestaren en tussen de plooien Van het laatste laken, met aflijvige handen voelen Hoe de herinneringen krimpen, uiteindelijk en fataal. Van alle dingen zal ik het verval vergeten, langzamerhand Toegevend aan al de nachtelijke namen 25[regelnummer] Die ik ooit verzon voor mijn achterdocht en mijn liefde. Vorige Volgende