Mijn tegenstem(1975)–Hugues C. Pernath– Auteursrechtelijk beschermdGedichten 1966-1973 Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] 42-44 Gedicht gelezen op 15 maart 1966 tijdens de Anti-Censuurbetoging in zaal Majestic te Antwerpen Wat ik beweer, beweer ik in eigen naam. In eigen naam maar nooit uit lijfsbehoud. Zoals iemand die de dingen Veel sneller ziet gebeuren dan hij kan bijhouden In het kolken van vele zeeën tegelijk Of omringd door veilige stemmen. In de eeuwigheid wordt niemand ooit geprezen Omdat het wettelijk is dat de sterkere De zwakkere overwint En aan de woorden een perk stelt En aan het toegeven een maat. De gerechtigheid staat voor eeuwig vast En dit volgens de historische methode. Maar, zo nu en dan Is er toch iemand die ‘¡basta!’ roept, ‘genoeg!’ [pagina 49] [p. 49] Een weinig belangrijk toeval heeft ons hier bijeen gebracht. Achter mij zitten de sterkeren en de zwakkeren Met hun berichten en hun boodschappen. En de mensheid is niet eens in gevaar. Ook ik had de teksten Waaraan een procureur aanstoot nam Nooit gelezen. Een verdienstelijk journalist kreeg een prijs En wij sliepen met gerust geweten in Want wij sliepen verder. Met een gerust geweten en de gemakkelijke overtuiging Dat België anno 1968 geen uitstaans heeft Met de Berlijnse nachten omstreeks 10 mei 1933 Toen men boeken verbrandde En dit hetzelfde jaar van de inbeslagname van Ulysses In de Verenigde Staten van Amerika. En meteen vraag ik: ‘Wat betekent toch dit woord dat men waarheid noemt?’ ‘Wat betekent toch dit woord dat men vrijheid noemt?’ In Moskou waren het onbekenden In Warschau wist ik wie zij waren. Morgen zijn het hier misschien mijn vrienden Of ben ik het zelf. [pagina 50] [p. 50] Tussen de woorden, de opstand van de enkeling Niet naar hetgeen zijn ogen zien Niet naar hetgeen zijn oren horen. Wij prevelen, als verstandige mensen En zelfs met twee woorden Blijkt alles ons geopenbaard. Wij zwijgen want wij voelen ons rechtvaardig Onbewogen in de tijd. In Latijns Amerika de revolutie. In het land van onze rust betekent de IJzertoren Nog geen Rijksdagbrand Of Leuven geen Vietnam. Dat misschien maakt juist het verschil uit Tussen kardinaal Suenens en Marinus van der Lubbe. Gelukkig is het volk dat weet te juichen. Door het woord is de wereld gemaakt Door de adem alles wat liefde heet Maar daarbinnen heersen onrecht en ellende Tot de dood ons eindelijk overvalt. Wat betekent toch dit woord dat men waarheid noemt? Wat betekent toch dit woord dat men vrijheid noemt? Vorige Volgende