Mijn tegenstem(1975)–Hugues C. Pernath– Auteursrechtelijk beschermdGedichten 1966-1973 Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] 40 Teweeggebracht. Na de oorsprong de onwil. Zodat ik het dialekt van de vader En niet dat van de moeder spreek, En ik vernoem dit volk dat zich een taal verkoos En dit als voldoende beschouwt. Want weer wees een toeval hen de weg. Vandaag en straks zal ik gruwen In het hoge licht van deze stad Om te sterven misschien, om te leven Boven of buiten het verdriet. Zoekend in het slingeren van de sporen: Voor wie of wat, waarom ik ooit een uitweg was. Dit land dat wegrolt en dadelijk, ademloos Aan hem die heerst, de onrust, toebehoort. Vorige Volgende