Mijn tegenstem(1975)–Hugues C. Pernath– Auteursrechtelijk beschermdGedichten 1966-1973 Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] 39 Twijfelend of het woord de herinnering brengt Vereenvoudigd, een afbetaalde aarzeling. Kinderspelen die vuisten naar mij balden. Stemmen aan de overzijde van de straat In het sissen van een kaarsfabriek die brandde Wegglijdend over de verminkte wijzerplaat Van een doktersuurwerk. De vervaarlijke slaap na de Metten - Moerassen, vijvers en beklemmend puin - Want, al was hetgeen zij zegden Niet altijd mijn waarheid, toch moet ik Zorg blijven dragen en jarenlang Een schuld inlossen. Als een boom die vruchten draagt Van een vreemde soort. Dag en nacht zullen niet meer ophouden En al het werk van hun handen Met het gehele hart En alles wat bleef, dikwijls Om mij te vermoeien In hun broederlijk gedeelde dag. En verder geen ark met reine Of onreine dieren, want ook voor de duif Werd de poort niet geopend. Ditmaal En elk ogenblik vereerd, Zodra een timmerman profeet geworden is. Vorige Volgende