Gedichten(1914)–Jacques Perk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 136] [p. 136] XCIX Vaarwel aan 't woud Mijn lievlings-plekje in 't woud, waar 't groene dak Een blauwer schoort, en schemer-schijn doet dalen Op levend loof en vol-getrosten tak, En zonnegoud langs blader-goud laat dwalen - Vaarwel, vertrouwde stilte! waar ik sprak Wat nooit mijn hart tot menschen kan herhalen.... Gedachten-stroom, die uit mijn ziele brak, Vloei eeuwig-onbegrepen door die zalen! Vaarwel, vertrouwlijke eenzaamheid, en koor, En kleurig heir van vlinderende bloemen, En, dáar in 't groen, gij, oogen, blauw van gloor! Gij hebt mij God het Leven hooren noemen, - Gij kent mijn hart, en weet wat ik verloor.... 't Verloorne zal naast ú voor 't ziels-oog doemen! Vorige Volgende