Gedichten(1914)–Jacques Perk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 128] [p. 128] XCI Tevredenheid Een rozelaar staat aan den groenen zoom Des meirs, en spiegelt zich; de rozen hangen Voorover, turend naar heur frissche wangen.... Daar valt er éene, en dobbert op den stroom: Zij drijft, en komt, waar, weelderig en loom, Een water-roos haar houdt in 't blad gevangen. ‘Wees welkom!’ (zegt die) ‘kunt gij méer verlangen? Hier is 't een leven uit een toover-droom.’ Maar de andre roos krijgt krinkels, scheuren, naden, Verschrompelt, en wordt groen en bruin en zwart, En zinkt, door haar met dezen smaad beladen: ‘Zoo'n ontevreden en verdorven hart, Dat water, lommer, kroos en slib durft smaden, En doet of 't beste en edelste haar smart!’ Vorige Volgende