Gedichten(1914)–Jacques Perk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 112] [p. 112] LXXVII Kennis I ‘De dieren, onze vreugde- en leedgenooten, Zijn onze broeders, maar niet, zooals wij, (Daar zij ons niet beheerschen kunnen) vrij; Hun leven is, als 't onze, uit stof gesproten. Dit weten wij, maar 't is ons niet ontsloten, Niet of zij weten van der stof waardij. Zij denken en herdenken; nochtans, zij Vermogen niet, als wij, 't waaròm te ontblooten. Dit is der ménschen hooge macht; hùn denken Doet, wat toevallig scheen, natuurlijk blijken: 't Vermag de kennis, van wat komt, te schenken. Veel van wat eenmaal wonder heette, vlood (Als duisternis voor 't licht) voor 't Vergelijken: Volmaakte kennis! gij zijt meer dan groot!’ Vorige Volgende