Gedichten(1914)–Jacques Perk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 109] [p. 109] LXXIV Dorpsvesper Heen is de dag - de nacht nog niet geboren, En langs de bergen wademt avond-dauw - De vogel laat een laatst geneurie hooren, In roerlooze aandacht luistert de landouw: De zwerver daalt, in ziels-gepeins verloren, In 't dal, en naar 't gehucht van wit en grauw; Daar klinken vrome tonen uit den toren, - De star der liefde flonkert zilver-blauw: Het kerkje bracht, wie danken wilden, samen, En wierook en gezang golft uit de poort, En op het dank-gebed zegt alles: ‘amen’ - De zwerver schrijdt, in zoet gepeins, weêr voort: Waar zooveel eensgezinden samen-kwamen, Daar sterft de haat, en wordt geen klacht gehoord. Vorige Volgende