Gedichten(1914)–Jacques Perk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] Boek II Het scheidingsuur van tranen en gefluister Vlamt door de ziel, die scheidend minnen leert. [pagina 60] [p. 60] [pagina 61] [p. 61] XXIX Dorre bloemen Daar walmen warme geuren om mij rond.... Hoe kleurig al die duizend bloemen pronken! Zij buigen zacht, van eigen geuren dronken, De ranke kopjes, als Mathilde blond..... Mathilde....! o, dat zij mij nu óok verstond! Hoe dikwijls heb ik haar een bloem geschonken, En werd met bloemen dan beloond of lonken, Die ze om mijn handen en mijn harte wond: Die bloemen, liefdegeurend na het sterven, Die, met het leven, geur en kleuren derven, Herleefden, dood, maar als vergeet-mij-nieten - Wat zal ik nú nog blonde bloemen plukken? Mag ik ze niet meer op haar boezem drukken, Zoo mogen ze ongetinte vruchten schieten! Vorige Volgende