Gedichten(1914)–Jacques Perk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] XVIII Madonna Hoe minzaam heeft uw koozend woord geklonken, Uw zilvren woord, maar ál te goed verstaan! 'k Zag in uw oog een glimlach en een traan, Blauw bloempje, waarin morgenparels blonken; Gij wijst mij naar de Moedermaagd, ik waan Mij in aanbidding voor haar weg-gezonken...... Daar voel ik me eindeloozen vreê geschonken: Ik zie naar háár - Mathilde, ú bid ik aan: Gij, die de Moeder mijner liefde zijt, Zijt Moeder Gods, want God is mij de Liefde: U zij mijn hart, mijn vlammend hart gewijd! Een kerk rijst allerwegen aan uw zij - O, deernisvolle ziel, die niemand griefde, O, mijn Madonna! bid, o, bid voor mij! Vorige Volgende