Gedichten(1914)–Jacques Perk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] IV Erato De purpren avond was in 't west verdwenen En glanzend zilver droomde op donkere aarde, - Toen is de blonde Muze mij verschenen.... Mijn ziel werd vuur, toen haar mijn oog ontwaarde. - Geknield strekte ik mijn armen naar haar henen, - 'k Omhelsde louter lucht - ik viel aan 't weenen: Haar blik was eindloos-teêr, toen ze op mij staarde, - 'k Gevoelde een kus op 't voorhoofd, - ze openbaarde: ‘Een hooge liefde zal uw hart doordringen: Gij zult beminnen, zalig zijn en scheiden, Gescheiden zwerven, zwervend liefde zingen, En peinzend zult gij 't wederzien verbeiden, En naar een vrouw gedachte en smachten leiden, En mijmrend leven van herinneringen.’ - Vorige Volgende